Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Waterweg Wonen en een gedaagde die in persoon procedeerde. De eiseres, Stichting Waterweg Wonen, vorderde betaling van een huurachterstand van € 154,13, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde huurde een woning van de stichting en had een achterstand in de huurbetalingen. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 april 2021 heeft de gedaagde de huurachterstand erkend en toegezegd het gevorderde bedrag van € 56,04 aan hoofdsom te betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in verzuim was geraakt door de huur niet tijdig en volledig te betalen, waardoor zij wettelijke rente verschuldigd was. De kantonrechter heeft de vordering van Waterweg Wonen toegewezen, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, en de gedaagde in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.