ECLI:NL:RBROT:2021:5616

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 juni 2021
Publicatiedatum
18 juni 2021
Zaaknummer
9015999
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen Zalando Payments GmbH wegens niet ontvangen bestelling en risico-overgang

In deze zaak heeft Zalando Payments GmbH, gevestigd in Berlijn, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een riem had besteld via de website van Zalando SE. De gedaagde heeft de bestelling nooit ontvangen en heeft de factuur van € 31,39 niet betaald. Zalando heeft de vordering overgedragen aan Zalando Payments GmbH en heeft de gedaagde in gebreke gesteld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het risico van de zaak niet op de gedaagde is overgegaan, omdat de bestelling niet was geleverd. Hierdoor was de koopsom niet opeisbaar en lagen de vorderingen van Zalando voor afwijzing gereed. De kantonrechter oordeelde dat de kosten die Zalando heeft gemaakt voor haar rekening en risico komen, aangezien zij pas tijdens de procedure de rechtsverklaring van de gedaagde heeft verwerkt. De kantonrechter heeft de vorderingen van Zalando afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op nihil, aangezien de gedaagde zelf de procedure heeft gevoerd zonder kosten op te geven.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9015999 \ CV EXPL 21-5462
uitspraak: 18 juni 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
Zalando Payments GmbH,
gevestigd te Berlijn,
eiseres,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Zalando” respectievelijk “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennisgenomen:
  • het exploot van dagvaarding van 26 januari 2021;
  • het schriftelijke antwoord van [gedaagde] van 16 februari 2021, met producties;
  • de akte uitlating tevens houdende vermindering van eis aan de zijde van Zalando;
  • de nadere schriftelijke reactie van [gedaagde] van 20 april 2021.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
[gedaagde] heeft op of omstreeks 5 juni 2020 online, via de website van Zalando SE, een riem besteld met de artikelomschrijving “SUMMER SEA - RIEM - black/gold”.
2.2.
Zalando SE heeft [gedaagde] een factuur gestuurd met betrekking tot deze bestelling met factuurnummer 202055095906 ten bedrage van € 31,39 inclusief BTW. [gedaagde] heeft deze factuur niet betaald.
2.3.
Zalando SE heeft haar vordering op [gedaagde] overgedragen aan Zalando.
2.4.
Per e-mail van 27 juni 2020 heeft de klantenservice van Zalando onder meer het volgende aan [gedaagde] bericht:
“Erg vervelend dat je bestelling niet is geleverd. Voor de afhandeling heb ik een ingevulde rechtsverklaring nodig. Dit document kan je in de bijlage van deze e-mail vinden.
Het is belangrijk dat je het formulier volledig invult en de juiste gegevens gebruikt. Wanneer de verklaring niet volledig of incorrect is ingevuld, kan ik deze jammer genoeg niet verwerken.”
2.5.
Per e-mail van 31 augustus 2020 heeft [gedaagde] de incassogemachtigde van Zalando het volgende geschreven:
“Geachte heer,mevrouw,
Zoals telefonisch besproken zend ik u hierbij de rechtsverklaring. Hopende dat het hiermee wordt opgelost.
Met vriendelijke groet,
[gedaagde] ”
2.6.
Bij brief van 3 november 2020 is [gedaagde] door de incassogemachtigde van Zalando aangemaand om de openstaande hoofdsom van € 31,39 binnen 14 dagen nadat de brief bij [gedaagde] was bezorgd te voldoen, bij gebreke waarvan aanspraak wordt gemaakt op een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten.

3..De vordering

3.1.
Zalando heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 31,39 aan hoofdsom, € 0,34 aan verschenen rente en € 40,00 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 31,39 vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2.
Aan haar vordering heeft Zalando – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag gelegd.
3.2.1.
[gedaagde] heeft met Zalando een koopovereenkomst gesloten met een factuurbedrag van € 31,39. [gedaagde] heeft de factuur niet betaald en is derhalve nog een bedrag van
€ 31,39 aan hoofdsom verschuldigd. Zalando heeft voldaan aan de informatieverplichting als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 BW en/of artikel 230v lid 6 en/of lid 8 BW.
3.2.2.
Bij brief van 3 december 2020 heeft Zalando [gedaagde] in gebreke gesteld en een laatste termijn van 14 dagen gesteld om alsnog tot betaling van de verschuldigde hoofdsom over te gaan. Betaling bleef echter uit, waardoor zij buitengerechtelijke incassokosten aan Zalando is verschuldigd ter hoogte van € 40,00.
3.2.3.
Voorts maakt Zalando aanspraak op de wettelijke rente, waaronder een bedrag van € 0,34 aan verschenen rente berekend tot de dag der dagvaarding.
3.3.
Bij akte heeft Zalando haar eis verminderd met een bedrag van € 31,39. De eisvermindering houdt verband met het verwerken van de door [gedaagde] ingevulde rechtsverklaring op verzoek van de gemachtigde van Zalando, waardoor [gedaagde] afstand heeft gedaan van het artikel.

4..Het verweer

[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende aangevoerd. [gedaagde] heeft de bestelling nooit ontvangen en heeft daarover contact gehad met Zalando. Zalando vroeg haar om een rechtsverklaring in te vullen, wat [gedaagde] vervolgens heeft gedaan. Zalando is een onderzoek gestart bij DHL, maar zonder resultaat. Vervolgens kreeg [gedaagde] een brief van het incassobureau waarin wederom om de rechtsverklaring werd gevraagd. [gedaagde] heeft de rechtsverklaring aan het incassobureau gestuurd. Aangezien [gedaagde] destijds in het ziekenhuis verbleef vanwege haar ernstig zieke vader, is zij in die periode bijna niet thuis geweest en heeft er verder geen aandacht meer aan geschonken en traag gereageerd op correspondentie van het incassobureau. [gedaagde] weigert te betalen voor iets wat zij niet heeft ontvangen.

5..De beoordeling

De bevoegdheid van de kantonrechter en de toepasselijkheid van het Nederlands recht
5.1.
Aangezien Zalando in het buitenland is gevestigd, dient de kantonrechter allereerst ambtshalve te beoordelen of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft ten aanzien van het onderhavige geschil en welk recht op het geschil van toepassing is.
5.2.
[gedaagde] heeft haar woonplaats in Nederland. Nederland is een lidstaat van de Europese Unie. Op grond van artikel 4 van de EEX Verordening (EU) Nr. 1215/2012 dient [gedaagde] opgeroepen te worden voor een gerecht van de lidstaat waarin zij woont. Dat betekent dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Gelet op de woonplaats van [gedaagde] is de kantonrechter in Rotterdam bevoegd om van de vordering kennis te nemen.
5.3.
Blijkens artikel 17 van de algemene voorwaarden van Zalando SE, die als productie 5 bij de dagvaarding zijn overgelegd, is op onderhavige overeenkomst Nederlands recht van toepassing.
(Pre)contractuele informatieverplichtingen
5.4.
De vordering van Zalando is gebaseerd op een koopovereenkomst op afstand met betrekking tot een zaak tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument onder meer aan de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen van de artikelen 6:230m en 6:230v BW worden voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd.
Ingevolge deze bepalingen dient de handelaar de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze te informeren over de voornaamste kenmerken van de zaak, de identiteit van de handelaar, waar en hoe de handelaar kan worden bereikt, de totale prijs en eventuele verdere kosten, de mogelijkheid van herroeping en de kosten van retournering. Uitdrukkelijk zij er op gewezen dat dit slechts een samenvatting is van de kern van deze bepalingen. De kantonrechter verwijst voor het overige naar hetgeen in die bepalingen verder is vermeld en attendeert erop dat afhankelijk van de aard van de zaak meer of minder informatie wordt verlangd.
Waar het in artikel 6:230m BW gaat om de vraag welke informatie moet worden verstrekt, bepaalt artikel 6:230v BW de wijze waarop die informatie moet worden gegeven. Ook de wijze waarop de informatie gegeven moet worden, verschilt naar gelang de aard en de inhoud van de overeenkomst. Wat de wijze van verstrekking van de informatie betreft kan de handelaar naar het oordeel van de kantonrechter niet volstaan met het opnemen daarvan in algemene voorwaarden. Tijdens het verkoopproces dient de consument stap voor stap langs deze informatie te worden geleid, zodat er geen enkel misverstand kan ontstaan over de vraag of de gemiddelde consument deze informatie bewust onder ogen heeft gekregen. Het gebruik van ‘kleine lettertjes’, zo blijkt uit de Kamerstukken, is in dat verband niet aanvaardbaar. Als sluitstuk heeft de wetgever bepaald dat de handelaar binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst, maar in ieder geval bij de levering van de zaken, de consument op een duurzame gegevensdrager, een bevestiging van de overeenkomst verstrekt, waarin alle verlangde informatie is opgenomen, mits dat niet al bij het sluiten van de overeenkomst zelf is verstrekt. Zo’n duurzame gegevensdrager kan een brief zijn, een e-mailbericht, een pdf-bestand of zelfs een factuur, mits daarin alle informatie is opgenomen.
In geval van een procedure dient de eisende partij te stellen dat aan al deze verplichtingen is voldaan. Deze stellingen moeten ook worden gesubstantieerd met bewijsstukken, zoals algemene voorwaarden, de duurzame gegevensdrager en een al dan niet in printscreens vastgelegd verslag van het bestelproces dat de consument doorloopt, waaruit blijkt hoe en waar de betreffende informatie is verstrekt. Kort gezegd, Zalando dient inzichtelijk te maken wat de klant te zien heeft gekregen en dat daarmee aan de wettelijke verplichtingen is voldaan.
5.5.
In deze zaak heeft Zalando gesteld dat de koopovereenkomst is gesloten in een webwinkel. Verder heeft Zalando gesteld dat de vordering niet gebaseerd is op bepalingen in de algemene voorwaarden. Daarnaast is gesteld dat voldaan is aan de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen. Hierbij heeft Zalando verwezen naar haar algemene voorwaarden waarin deze informatie is opgenomen en die in de vorm van een link worden aangeboden dan wel te raadplegen zijn op haar website. Zalando heeft voorts het bestelproces aan de hand van printscreens toegelicht en daarbij gesteld dat [gedaagde] een bevestigingsmail en factuur heeft ontvangen met daarop de specificatie van de gekochte zaak en wat er in rekening is gebracht. Deze factuur heeft Zalando overgelegd.
5.6.
De kantonrechter kan niet vaststellen of daarmee in alle opzichten aan [gedaagde] op duidelijke en begrijpelijke wijze de in art. 6:230m BW bedoelde informatie is verstrekt en op een duurzame gegevensdrager (in bijvoorbeeld een pdf-bestand bij de bevestigingsmail) ter beschikking is gesteld.
5.7.
De vraag is welke consequenties dit voor de vordering van Zalando moet hebben. In de rechtspraak wordt wisselend gedacht over de vraag op welke wijze de naleving van de informatieverplichtingen moet worden getoetst en welke sancties verbonden moeten worden aan het niet naleven van die informatieverplichtingen. Dat heeft er toe geleid dat het voor partijen, zoals ook Zalando in dit geval, en de daarbij betrokken gemachtigden, niet steeds voldoende helder was, noch tot heden is, wat van hen in het kader van informeren en in de procedure stellen en substantiëren wordt verlangd. Daarom zal aan de tekortkomingen in deze zaak, op dit moment geen sanctie worden verbonden.
5.8.
Op basis van het voorgaande wordt duidelijk wat in het kader van de wettelijke informatieverplichtingen (van art. 6:230m en v BW) van handelaren wordt verwacht, zowel ten aanzien van het verkoopproces als ten aanzien van de manier waarop een vordering op basis van koop op afstand moet worden onderbouwd. Zowel handelaren, hun rechtsopvolgers en gemachtigden zijn aldus in staat om hun werk daarop in te richten. Mocht blijken dat zij daarmee ook in de toekomst in gebreke blijven, dan bestaat mogelijk wel aanleiding voor het opleggen van sancties, processueel bij onvoldoende substantiëring of materieel als niet kan worden vastgesteld dat sprake is geweest van een verkoopproces dat aan de eisen van de wetgever voldoet.
Het geschil
5.9.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] de bestelling niet heeft ontvangen. Daarmee is ingevolge artikel 7:11 lid 1 BW het risico van de zaak niet overgegaan op [gedaagde] en bovendien de koopsom ingevolge artikel 7:26 lid 2 BW niet opeisbaar, waardoor de vorderingen van Zalando voor afwijzing gereed liggen. Zalando heeft bij akte nog gesteld dat zij kosten heeft moeten maken, aangezien [gedaagde] al op 7 september 2020 is bericht dat de rechtsverklaring niet correct was ingevuld, waardoor de gerechtelijke procedure uiteindelijk is gestart. Zalando heeft in haar akte tevens gesteld dat op verzoek van haar gemachtigde de rechtsverklaring naar aanleiding van het antwoord van [gedaagde] alsnog is verwerkt, zodat [gedaagde] nu afstand heeft gedaan van het artikel. De kantonrechter overweegt dat Zalando niet duidelijk heeft gemaakt wat [gedaagde] verkeerd zou hebben ingevuld op de rechtsverklaring en waarom het voor Zalando eerder niet mogelijk was om de rechtsverklaring te verwerken. Bovendien was het voor Zalando na een enkel verzoek van haar gemachtigde wel mogelijk om de rechtsverklaring te verwerken. Naar het oordeel van de kantonrechter komt de omstandigheid dat Zalando pas tijdens de procedure de rechtsverklaring heeft verwerkt en daardoor kosten heeft moeten maken dan ook voor haar rekening en risico. De vorderingen van Zalando worden derhalve afgewezen.
5.10.
Zalando wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu [gedaagde] zelf de procedure heeft gevoerd en verder geen kosten heeft opgegeven, worden de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op nihil.

6..De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vorderingen van Zalando af;
veroordeelt Zalando in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
49039