Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, alsmede (ten aanzien van feit 1) een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 jaren, met aftrek van de tijd waarin het rijbewijs al ingevorderd en ingehouden is geweest, en (ten aanzien van feit 2) een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
4..Waardering van het bewijs
1,3 grambetrof en niet 2,2 gram zoals ten laste is gelegd.
5..Strafbaarheid feiten
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood en terwijl de schuldige verkeerde in een toestand als bedoeld in artikel 8, vijfde lid, van die wet;
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 (honderdtwintig) dagen;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
ontzeggingvan de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen,
wordt verminderd met de duur van de invordering en inhouding van het rijbewijsop grond van artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994;
groot 6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;