Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[naam eiseres] , te [woonplaats eiseres] , eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder
Procesverloop
€ 601,53.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 juni 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiseres, die onder bewind staat en een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, heeft bezwaar gemaakt tegen de herziening van haar uitkering over de periode van 1 april 2019 tot en met 29 februari 2020. De herziening leidde tot een terugvordering van in totaal € 1.230,76, vermeerderd met belastingen en premies. Eiseres heeft verklaard dat de bijschrijvingen en stortingen op haar rekening terugbetalingen zijn voor boodschappen en andere uitgaven voor haar dochter. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen, omdat verweerder onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de aannemelijkheid van de verklaringen van eiseres. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.