ECLI:NL:RBROT:2021:5344
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang en peildatum in bestuursrechtelijke context
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 juni 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen eiseres en de minister van Financiën. Eiseres had een vergoeding aangevraagd op basis van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO voor de eigen bijdrage kinderopvang. De vergoeding was vastgesteld op € 1.283,-, gebaseerd op gegevens die op de peildatum van 6 april 2021 bekend waren. Eiseres betwistte de hoogte van de vergoeding, omdat zij meer uren kinderopvang had afgenomen dan waar de vergoeding op was gebaseerd. Ze stelde dat ze door drukte vergeten was om een wijziging van het aantal opvanguren door te geven voor de peildatum. De rechtbank oordeelde dat het niet aan de rechter was om de peildatum te verschuiven of de groep rechthebbenden uit te breiden, aangezien dit een politiek-bestuurlijke afweging betreft. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat eiseres niet kon aantonen dat er toezeggingen waren gedaan door de overheid die haar recht gaven op een hogere vergoeding. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de peildatum in de regeling en het belang van tijdige communicatie van gegevens aan de Belastingdienst.