ECLI:NL:RBROT:2021:5325

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 mei 2021
Publicatiedatum
10 juni 2021
Zaaknummer
C/10/618706 / JE RK 21-1338, C/10/618338 / JE RK 21-1266 en C/10/614469 / JE RK 21-557
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp en verzoek tot uithuisplaatsing van minderjarige

Op 25 mei 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind], geboren in 2009. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van drie maanden, tot 25 augustus 2021. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die zich zorgen maakt over de ernstige gedragsproblematiek van [naam kind]. Hij verblijft momenteel in een gesloten groep bij Schakenbosch, waar hij de noodzakelijke structuur en veiligheid krijgt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie thuis niet houdbaar is en dat [naam kind] niet in staat is om zich aan de regels te houden, wat heeft geleid tot eerdere uithuisplaatsingen.

De kinderrechter heeft ook het verzoek tot machtiging uithuisplaatsing afgewezen, omdat de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 13 juni 2021 loopt en er geen nieuwe situatie is ontstaan die een verlenging rechtvaardigt. De kinderrechter benadrukt dat er op korte termijn duidelijkheid moet komen over een behandelplan en een passende vervolgplek voor [naam kind]. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/618706 / JE RK 21-1338, C/10/618338 / JE RK 21-1266 en
C/10/614469 / JE RK 21-557
datum uitspraak: 25 mei 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaken van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Dordrecht,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2009 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 12 maart 2021 in de zaak met
nummer 614469,
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 11 mei 2021, ingekomen bij de griffie op
dezelfde datum, ingeschreven onder zaaknummer 618338
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 19 mei 2021 in de zaak met
nummer 618706,
- de verklaring d.d. 14 mei 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en
verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder,
- de instemmende verklaring d.d. 21 mei 2021 van de gekwalificeerde
gedragswetenschapper.
Op 25 mei 2021 heeft de kinderrechter de zaken ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind], die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door zijn advocaat mr. P.A. Ellenbroek,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. S. Bosmans,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam].
Opgeroepen en niet verschenen is de vader, als informant.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] verblijft op een gesloten groep bij Schakenbosch.
Bij beschikking van 30 oktober 2020 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot
13 november 2021. De kinderrechter heeft bij beschikking van 12 maart 2021 een
spoedmachtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven verleend voor de duur van vier weken en het overig verzochte aangehouden.

De (aangehouden) verzoeken

Ten aanzien van C/10/614469 / JE RK 21-557:
De GI heeft een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verzocht voor de duur van de ondertoezichtstelling. De periode tot
13 november 2021 resteert.
Ten aanzien van C/10/618338 / JE RK 21-1266:
De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
Ten aanzien van C/10/618706 / JE RK 21-1338:
De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] aansluitend op de spoedmachtiging in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.

Het standpunt van de GI

De GI heeft de verzoeken ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn veel zorgen over [naam kind]. De afgelopen periode is sprake geweest van meerdere incidenten. Zo is [naam kind] weggelopen van de crisisgroep. Daarnaast heeft hij zichzelf verwond en vertoont hij seksueel overschrijdend gedrag. Een open groep kan op dit moment niet de zorg bieden die [naam kind] nodig heeft. Hij is voor nu gebaat bij de structuur en de veiligheid die de gesloten setting hem kan bieden. Wellicht kan in deze periode van drie maanden worden toegewerkt naar een plaatsing op een open groep. Vanuit daar kan vervolgens worden gekeken naar de mogelijkheden van een thuisplaatsing. Er wordt met het Expertiseteam Complexe Zorg (ECZ) gezocht naar een passende plek voor [naam kind] in de regio. Hij is bij meerdere accommodaties aangemeld. [naam kind] is afgewezen bij het Bergse Bos en Rijnhove. In het belang van [naam kind] wordt gezocht naar kleinschalige groepen. Op dit moment is er zicht op een plek op een nieuwe locatie in Dordrecht. Er moet behandeling en therapie plaatsvinden.
In februari 2020 is [naam kind] terug naar huis gegaan. Enkele weken later brak de coronacrisis uit. De Bergse Veld School bood op dat moment geen onderwijs meer aan. Vervolgens is [naam kind] na de zomer gestart op een school bij Yulius (Atlas), maar daar werd niet de juiste begeleiding geboden. Er is een-op-een begeleiding nodig, omdat [naam kind] veel aandacht en bevestiging vraagt. Omdat na het verblijf in een gesloten instelling een vervolgstap naar een open groep noodzakelijk is, verzoekt de GI om zowel de gesloten machtiging voor de duur van drie maanden als de reguliere machtiging uithuisplaatsing voor de duur van de ondertoezichtstelling te verlenen.

Het standpunt van [naam kind]

heeft, deels bij monde van zijn advocaat, ter zitting het volgende naar voren gebracht.
Na een lange tijd binnen de gesloten setting, is [naam kind] vorig jaar weer thuisgeplaatst. Hij heeft daar hard voor gewerkt. In de periode na de thuisplaatsing is er niets geregeld voor [naam kind]. Vervolgens is hij weer op een crisisgroep geplaatst. Er zijn zorgen over [naam kind], maar de gesloten setting is niet de juiste plek voor hem. Hij brengt zichzelf en anderen niet in
gevaar. [naam kind] houdt zich aan de regels bij Schakenbosch. Wel moest hij wennen aan de voor hem nieuwe situatie. [naam kind] vindt het lastig dat zijn deur ’s nachts op slot gaat.
Er staan onjuistheden in de stukken van de GI. Bovendien is er vertrouwelijke informatie over [naam kind] opgenomen in een rapport, terwijl er was toegezegd dat deze informatie niet zou worden gedeeld. Hierdoor is het vertrouwen van [naam kind] geschaad.
[naam kind] wil graag een kans om te laten zien dat hij terug kan naar de open setting. Hij realiseert zich nu wat de consequenties van zijn gedrag kunnen zijn. Er wordt daarom verzocht om de spoedmachtiging op te heffen. Tevens wordt verzocht het verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden af te wijzen. Het is gezien de voorgeschiedenis van [naam kind] niet goed dat de GI geen visie heeft hoe het verder moet. Het is belangrijk dat die visie er wel komt. Omdat er nog geen plan is voor het vervolg, moet de reguliere machtiging uithuisplaatsing worden afgewezen indien de machtiging gesloten plaatsing wordt toegewezen.

Het standpunt van de moeder

Namens en door de moeder is ter zitting het volgende naar voren gebracht. Tijdens de zitting in maart 2021 heeft de kinderrechter benadrukt dat er binnen drie maanden een persoonlijkheidsonderzoek (PO) moet komen om te bezien welke hulpverlening noodzakelijk is. Het ontbreekt echter nog steeds aan een visie vanuit de GI. Er moet een duidelijk plan van aanpak komen. Het is spijtig dat er opnieuw een spoedverzoek nodig was. Schakenbosch lijkt niet de meest geschikte plek voor [naam kind]. De GI wil de resterende periode van het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder achter de hand houden. Dit aangehouden verzoek moet worden afgewezen.
Het is van belang dat [naam kind] zo kort mogelijk binnen de gesloten setting verblijft. Wel zal er eerst duidelijkheid moeten komen over het PO en de schoolgang van [naam kind]. Indien die duidelijkheid niet kan worden geboden binnen een periode van drie maanden, is [naam kind] gebaat bij een gesloten plaatsing voor een langere duur. [naam kind] is een intelligente jongen, maar hij heeft ook zijn beperkingen. Het is van groot belang dat op zeer korte termijn een PO wordt ingezet. Er is sprake van ernstige gedragsproblematiek. [naam kind] zal moeten leren om gevaar in te schatten en gezag te accepteren. Op dit moment is hij het meest gebaat bij een plaatsing binnen de geslotenheid. De moeder stemt daarom in met de verzochte machtiging gesloten jeugdhulp. Ook de vader is het eens met dit verzoek.

De beoordeling

Ten aanzien van de verzochte machtiging gesloten jeugdhulp:
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overlegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er sprake is van ernstige gedragsproblematiek bij [naam kind]. Als hij zijn impulsen niet kan beheersen, laat hij verbaal en fysiek grensoverschrijdend gedrag zien. Ook heeft hij moeite met het accepteren van gezag. Na eerdere uithuisplaatsingen heeft [naam kind] een periode weer thuis bij de moeder gewoond. De moeder en de overige gezinsleden zijn echter onvoldoende in staat om weerstand te bieden tegen het gedrag van [naam kind]. Omdat de situatie thuis niet langer houdbaar was, is [naam kind] op een crisisgroep in Alphen aan den Rijn geplaatst. Gedurende de plaatsing op de crisisgroep hebben zich vele incidenten voorgedaan. Ook is [naam kind] weggelopen van de groep. Omdat de veiligheid van [naam kind] niet langer kon worden
gewaarborgd binnen de open setting, heeft de kinderrechter op 19 mei 2021 met spoed een machtiging gesloten jeugdhulp verleend. Sindsdien verblijft [naam kind] bij Schakenbosch. Hier
wordt de noodzakelijke structuur en veiligheid geboden aan [naam kind]. Gelet op de problematiek van [naam kind] is een (terug)plaatsing binnen een open setting op dit moment niet aan de orde. Ook een terugplaatsing bij de moeder behoort (nog) niet tot de mogelijkheden, omdat de moeder tegen de grenzen van haar draagkracht aanloopt.
De kinderrechter zal daarom de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van drie maanden. De komende periode moet er duidelijkheid komen over een behandelplan en een passende vervolgplek voor [naam kind]. De kinderrechter wil opnieuw benadrukken dat er op korte termijn een PO dient te worden ingezet. Daarnaast moet er worden gestart met traumabehandeling. Het is vanzelfsprekend dat het traject binnen de gesloten setting niet langer moet duren dan noodzakelijk is.
Ten aanzien van de verzochte machtiging uithuisplaatsing:
Bij beschikking van 12 maart 2021 heeft de kinderrechter de machtiging uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd tot 13 juni 2021. Partijen zijn ook uitgegaan van deze datum. De kinderrechter stelt vast dat in de schriftelijke vaststelling van deze beschikking abusievelijk de einddatum van 13 november 2021 is opgenomen. Dit betreft een kennelijke misslag. Uitgegaan dient te worden van de einddatum 13 juni 2021.
In het licht van het voorgaande zal de kinderrechter het aangehouden deel van dit verzoek afwijzen. Na de toewijzing van dit verzoek is er door de plaatsing van [naam kind] in Schakenbosch een nieuwe situatie ontstaan. Over drie maanden zal opnieuw worden beoordeeld of toegewerkt kan worden naar een vervolgplek.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 25 mei 2021 tot
25 augustus 2021 betreffende de minderjarige [naam kind];
wijst het anders of meer verzochte af, voor zover daarop nog niet eerder is beslist.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2021 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.C. van der Knaap als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.