ECLI:NL:RBROT:2021:5262
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige met aandacht voor passende woonruimte en hulpverlening
In deze zaak heeft de kinderrechter op 9 april 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige]. De moeder, die in 2019 vanuit Curaçao naar Nederland is gekomen, heeft het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige], die momenteel in een pleeggezin verblijft. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder momenteel in een hotel verblijft op kosten van de gemeente en dat er dringend gezocht wordt naar een passende woonruimte voor haar en haar kinderen. De GI heeft verzocht om de verlenging van de uithuisplaatsing, omdat de moeder nog niet over een stabiele woonplek beschikt en er aanvullende hulpverlening nodig is om haar te ondersteunen bij de opvoeding van [voornaam minderjarige] en zijn broer [naam broer minderjarige]. De kinderrechter heeft de noodzaak van de verlenging onderbouwd met de instabiele woonsituatie van de moeder en de kwetsbare gezondheid van de moeder, die medische begeleiding en opvoedondersteuning vereist. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 28 juni 2021, met de verwachting dat de GI eerder tot een terugplaatsing zal overgaan indien aan de bodemeisen wordt voldaan. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.