ECLI:NL:RBROT:2021:5044
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Handhaving van openbaarheid vergaderingen van gemeentelijke commissies en de toepassing van artikel 84 van de Gemeentewet
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 7 juni 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht. De eiser had een handhavingsverzoek ingediend op basis van artikel 84, derde lid, van de Gemeentewet, met betrekking tot de openbaarheid van vergaderingen van de Schouwcommissie Wolwevershaven. Het college had het verzoek afgewezen, wat de eiser aanvocht in beroep. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had besloten dat de vergaderingen van de Schouwcommissie niet openbaar zijn, omdat deze commissie door het college was ingesteld en niet door de gemeenteraad. De rechtbank stelde vast dat de dwingende openbaarheidsregeling van artikel 84, derde lid, van de Gemeentewet niet van toepassing is op commissies die door het college of de burgemeester zijn ingesteld. De rechtbank concludeerde dat er geen overtreding was van de Gemeentewet en dat het college niet bevoegd was om handhavend op te treden. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.