Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[maatschap A],
[persoon B], wonende te [woonplaats B] ,
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift ex artikel 7:681 BW, tevens houdende incidentele vordering ex artikel 223 Rv, met producties, ontvangen op 26 februari 2021;
- het verweerschrift tevens houdende verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor zover vereist ex artikel 7:671b BW, ontvangen op 16 april 2021.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
- [persoon B] heeft haar zevenjarige dochter laten overnachten op de woongroep;
- [persoon B] heeft [persoon H] opgesloten in het zorghuis, door de voordeur op slot te doen, hetgeen een doodzonde is;
- de geluidsopnamen van de gesprekken tussen [persoon B] en (de moeder van) [persoon H] ;
- [persoon B] heeft een WhatsAppgroep gestart, waarin zij collega’s opstookt tegen [persoon F] ;
- kwaadspreken over [persoon F] tijdens en na afloop van het dienstverband;
- [persoon B] heeft haar neus gestoken in de privézaken van [persoon F] (ziekenhuisbezoeken etc.).