ECLI:NL:RBROT:2021:498

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 januari 2021
Publicatiedatum
27 januari 2021
Zaaknummer
C/610341 / JE RK 20-3571 en C/10/611416 / JE RK 21-75
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdhulp

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 januari 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2003. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders van [naam kind] niet aanwezig waren. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing, omdat [naam kind] momenteel problemen ondervindt met zijn ontwikkeling, waaronder middelengebruik en een gebrek aan motivatie voor school. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] onder toezicht is gesteld tot 23 januari 2021 en dat er eerder een machtiging tot uithuisplaatsing is verleend tot dezelfde datum. De kinderrechter heeft de noodzaak van de verlenging van de maatregelen onderbouwd met de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [naam kind].

De kinderrechter heeft geoordeeld dat de jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat [naam kind] zich aan de hulp onttrekt en dat de ontwikkeling van de jeugdige ernstig wordt belemmerd. De kinderrechter heeft de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing goedgekeurd tot aan de meerderjarigheid van [naam kind], met een voorwaardelijke machtiging voor gesloten jeugdhulp. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De ouders van [naam kind] hebben aangegeven het beste met hem voor te hebben, maar hebben de grip op zijn situatie verloren. De kinderrechter heeft de beslissing genomen in het belang van de ontwikkeling en veiligheid van [naam kind].

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/610341 / JE RK 20-3571 en C/10/611416 / JE RK 21-75
datum uitspraak: 21 januari 2021

beschikking

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI,
gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] , geboren op [geboortedatum kind] 2003 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] , hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 21 december 2020, ingekomen bij de griffie op 21 december 2020;
- het verzoek met bijlagen van de GI van 21 december 2020, ingekomen bij de griffie op 13 januari 2021;
- de instemmende verklaring d.d. 11 januari 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 21 januari 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [naam kind] , bijgestaan door zijn advocaat mr. M. de Reus,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam vertegenwoordigster 1] en [naam vertegenwoordigster 2] .
De ouders zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang tot de zitting verleend aan de mentor van [naam kind] van School2Care, [naam] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] verblijft bij Zorg, Hoop en Liefde.
Bij beschikking van 23 januari 2020 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 23 januari 2021.
Bij beschikking van 2 juli 2020 is een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verleend tot 23 januari 2021 en tevens een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 23 juli 2020 tot 23 januari 2021.
Het verzoek
De GI verzoekt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder tot aan zijn meerderjarigheid, te weten tot [geboortedatum kind] 2021.
De GI verzoekt tevens een voorwaardelijke machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven tot aan zijn meerderjarigheid, te weten tot [geboortedatum kind] 2021.
De GI handhaaft ter zitting de verzoeken. Momenteel gaat het niet zo goed met [naam kind] . Hij heeft een goede start gemaakt, maar lijkt de afgelopen periode terug te vallen in drugsgebruik. Ook bestaat het vermoeden dat hij ook andere middelen gebruikt naast blowen. [naam kind] geeft weinig openheid van zaken. Hij komt de laatste tijd weer lastig uit zijn bed om naar school te gaan en ook zijn hygiëne gaat achteruit. Het is van belang dat [naam kind] de komende periode aan zichzelf gaat werken om deze punten te verbeteren en zijn diploma te halen. Indien het [naam kind] niet lukt om de situatie te verbeteren, zal hij een time out krijgen binnen de gesloten jeugdhulp. Voorts wordt een persoonlijkheidsonderzoek afgenomen. Indien daaruit een advies voor hulpverlening komt, zal deze hulpverlening worden ingezet.

De standpunten

Door en namens [naam kind] wordt ter zitting ingestemd met het verzoek van de GI. [naam kind] erkent dat dit in zijn belang is. Binnen vijf maanden kan [naam kind] zijn diploma behalen en hij is zich er van bewust dat hij dient te werken aan een beter slaapritme om zich beter te kunnen inzetten voor zijn school. [naam kind] erkent dat hij aan zichzelf moet werken om zijn doelen te behalen en is gemotiveerd dit te gaan doen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.4, tweede lid, Jeugdwet kan een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken en kan de ernstige belemmering in de ontwikkeling naar volwassenheid alleen buiten de accommodatie worden afgewend door het stellen en naleven van voorwaarden. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] nog altijd ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [naam kind] liet zelfbepalend gedrag zien en is meerdere keren in aanraking geweest met de politie. De ouders van [naam kind] hebben het beste met hem voor en willen het liefst dat [naam kind] thuis kan wonen. Zij hebben echter de grip op hem verloren en waren niet meer in staat [naam kind] de grenzen en structuur te bieden die hij nodig heeft. Hierdoor is [naam kind] op 2 juli 2020 middels een machtiging van de kinderrechter uit huis is geplaatst bij Zorg, Hoop en Liefde.
[naam kind] heeft een goede start gemaakt sinds zijn plaatsing bij Zorg, Hoop en Liefde. De afgelopen periode lijkt hij echter weer af te glijden. Hij lukt hem niet om zich aan de gemaakte afspraken te houden. Zijn middelengebruik is nog altijd niet onder controle en het lukt hem onvoldoende om zich aan het schoolritme te houden. Ook vindt [naam kind] het moeilijk om mensen te vertrouwen en openheid van zaken te geven. [naam kind] geeft aan gemotiveerd te zijn om te werken aan zijn problematiek en om zijn diploma te halen. Het is van belang dat [naam kind] de komende periode, onder begeleiding van Zorg, Hoop en Liefde, aan zichzelf zal werken om zijn doelen te behalen. Indien het [naam kind] onvoldoende lukt zich aan de gemaakte afspraken te houden, kan een time out in de gesloten jeugdhulp nodig zijn.
[naam kind] heeft kenbaar gemaakt de jeugdhulp te aanvaarden, zoals opgenomen in het overgelegde hulpverleningsplan. De kinderrechter zal de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp verlenen van tot aan zijn meerderjarigheid, te weten tot [geboortedatum kind] 2021.
Uit voorgaande volgt tevens dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in de artikelen 1:255 en 1:265c, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verlengen tot aan zijn meerderjarigheid, te weten tot [geboortedatum kind] 2021.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot [geboortedatum kind] 2021;
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder tot [geboortedatum kind] 2021;
verklaart deze beschikking – tot zover – uitvoerbaar bij voorraad;
verleent een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 23 januari 2021 tot uiterlijk [geboortedatum kind] 2021, onder de voorwaarden welke aan [naam kind] in het aangehechte hulpverleningsplan zijn gesteld.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. C.N. Arduin als griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2021.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.