ECLI:NL:RBROT:2021:4965

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 maart 2021
Publicatiedatum
4 juni 2021
Zaaknummer
C/10/614346 / FA RK 21-1749
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 maart 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de toewijzing van een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een psychotische stoornis bij zwakbegaafdheid. De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek van de officier van justitie, stellende dat er momenteel geen ernstig nadeel bestaat en dat de betrokkene de behandeling en medicatie vrijwillig accepteert. De rechtbank oordeelde echter dat er, indien de betrokkene zou decompensateren, sprake zou zijn van ernstig nadeel, vooral in het geval dat hij naar het buitenland zou vluchten, wat zou leiden tot zelfverwaarlozing en een verhoogd risico op overlijden door epilepsie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene momenteel in een beschermde woonvorm verblijft en dat zijn toestand, hoewel verbeterd, nog steeds zorgwekkend is. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd door te verwijzen naar de medische verklaring en het zorgplan, en heeft geconcludeerd dat de betrokkene zorg nodig heeft om zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met de mogelijkheid van verplichte zorg in crisissituaties, en bepaalde dat de machtiging geldig is tot en met 16 september 2021.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Rop en schriftelijk uitgewerkt door griffier M.M.P.H. van den Boomen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/614346 / FA RK 21-1749
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 16 maart 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene],
hierna: betrokkene,
wonende en thans verblijvende te [woonplaats betrokkene],
advocaat mr. S. Scheimann te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 3 maart 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1], psychiater, van 17 februari 2021;
  • de zorgkaart van 22 januari 2021;
  • het zorgplan van 14 januari 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wvggz;
  • de relevante strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene;
  • het bericht dat er geen relevante van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 maart 2021. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], begeleider van de beschermde woonvorm van betrokkene;
  • [naam 3], verpleegkundige, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten psychotische stoornis bij zwakbegaafdheid.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene is vorig jaar zes maanden opgenomen in een instelling, nadat hij de medicatie weigerde en naar Duitsland vertrok. Betrokkene werd in Duitsland ondervoed en verwaarloosd aangetroffen door zijn vader. Een psychotische ontregeling gaat bij betrokkene gepaard met paranoïde wanen en akoestische hallucinaties. Betrokkene woont momenteel in een beschermde woonvorm. De stemmen die betrokkene hoort zijn afgenomen maar niet afwezig. Hij wil na verloop van tijd uitstromen naar een zelfstandige woning.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
De advocaat van betrokkene pleit voor afwijzing van het verzoek, aangezien er momenteel geen ernstig nadeel bestaat en aangezien betrokkene de behandeling en de medicatie vrijwillig accepteert. De samenwerking verloopt momenteel goed en er hebben in het recente verleden geen incidenten plaatsgevonden. Betrokkene wordt momenteel ingesteld op de medicatie en hij is behandeltrouw. Betrokkene bevestigt dat hij ziek is en dat hij in de war is geweest. De behandelaar vertelt tijdens de mondelinge behandeling dat betrokkene, door de bijwerkingen van de medicatie, ambivalent is ten opzichte van de medicatie. De rechtbank oordeelt dat er indien betrokkene decompenseert, sprake is van ernstig nadeel. Met name in het geval dat betrokkene naar het buitenland vlucht, zal er sprake zijn van zelfverwaarlozing en het risico op overlijden in verband met epilepsie. Daarbij moet de medicatie van betrokkene, in verband met somatische problematiek, worden aangepast waardoor het risico op psychotische ontregeling verhoogd is. Tevens heeft de rechtbank niet voldoende vertrouwen in de vrijwilligheid van betrokkene, met name door de wijziging van de medicatie. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
2.5.
Indien de rechtbank tot een toewijzing van het verzoek zal komen, pleit de advocaat voor het louter toewijzen van de zorgvorm: het toedienen van de medicatie. De andere zorgvormen zijn volgens de advocaat, gelet op de goede samenwerking en de bereidwilligheid van betrokkene, disproportioneel. Ten aanzien van de verzochte verplichte zorg overweegt de rechtbank als volgt. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg worden opgenomen in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier.
Per geval dient te worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
‘Reguliere verplichte zorg’
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten. Betrokkene moet ambulante behandelcontacten toestaan.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’
In crisissituaties mag binnen de komende drie maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid, bij opname;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene, bij opname;
  • het opnemen in een accommodatie.
In crisissituatie mag binnen de komende drie weken gebruik worden gemaakt van de volgende vorm van verplichte zorg:
- het insluiten, bij opname;
Bij betrokkene kan een crisissituatie als volgt worden gedefinieerd. Indien betrokkene toenemend stemmen hoort, moeite heeft met eten en drinken en er sprake is van slechte hygiëne en zelfverzorging. Bij verslechtering van de psychische toestand, waardoor ambulante behandeling niet toereikend is.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 16 september 2021.
Deze beschikking is op 16 maart 2021 mondeling gegeven door mr. A.C. Rop, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.P.H. van den Boomen, griffier, en op 22 maart 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.