ECLI:NL:RBROT:2021:4887

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 mei 2021
Publicatiedatum
3 juni 2021
Zaaknummer
10/691018-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in schietpartij na drugsafspraak; onduidelijkheid over dader

Op 21 mei 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een schietpartij in een trappenhuis na een afspraak over de aankoop van drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangevers, [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2], op 17 augustus 2017 vanuit België naar Rotterdam zijn gekomen om verdovende middelen te kopen. Na een afspraak zijn zij in een auto gestapt met de verdachte en een onbekende man. In het trappenhuis van een appartementencomplex is [naam slachtoffer 1] beschoten en zwaargewond geraakt.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om vast te stellen wie het slachtoffer heeft beschoten. De verklaringen van de verdachte en [naam slachtoffer 2] staan lijnrecht tegenover elkaar, en er is onvoldoende steunbewijs voor hun verklaringen. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, waaronder het voorhanden hebben van een vuurwapen en het plegen van geweld.

De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van alle ten laste gelegde feiten, en de rechtbank heeft deze vordering gevolgd. De verdachte is vrijgesproken van alle beschuldigingen, en de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte is vrijgesproken. De rechtbank heeft ook de kosten van de benadeelde partij op nihil vastgesteld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/691018-19
Datum uitspraak: 21 mei 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. J.C. Sneep, advocaat te Breda.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting 21 mei 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. L.C. Visser heeft vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten gevorderd.

4..Waardering van het bewijs

De rechtbank stelt vast dat de aangevers, [naam slachtoffer 1] (hierna: [naam slachtoffer 1] ) en [naam slachtoffer 2] (hierna: [naam slachtoffer 2] ), op 17 augustus 2017 vanuit België naar Rotterdam zijn gekomen om verdovende middelen te kopen. Verder staat vast dat de aangevers na een daarvoor gemaakte afspraak op de Zwart Janstraat in Rotterdam zijn ingestapt in een auto waarin de verdachte en een andere onbekende man zaten. Vanuit de Zwart Janstraat zijn de vier mannen vertrokken naar de Spoorweghaven. De mannen zijn, aldaar aangekomen, het trappenhuis van een appartementencomplex binnen gegaan. Vast staat dat [naam slachtoffer 1] in dat trappenhuis is beschoten en als gevolg daarvan zwaargewond is geraakt.
De rechtbank kan op basis van het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting onvoldoende vaststellen wat er precies in het trappenhuis is voorgevallen. Alleen de verdachte en [naam slachtoffer 2] hebben een verklaring afgelegd over hetgeen daar is gebeurd. Deze verklaringen staan lijnrecht tegenover elkaar. [naam slachtoffer 2] heeft wisselend verklaard en het dossier bevat onvoldoende steun voor die verklaring om op basis daarvan te kunnen vaststellen wie [naam slachtoffer 1] heeft beschoten. Hetzelfde geldt voor de verklaring van de verdachte. Het dossier bevat ook onvoldoende steunbewijs voor zijn verklaring. Alles in aanmerking genomen is de conclusie dat niet kan worden vastgesteld door wie er is geschoten en evenmin, zoals ook tenlastegelegd, dat een geldbedrag is weggenomen. Daarmee is er ook onvoldoende bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde vuurwapen en de munitie voorhanden heeft gehad.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank daarom van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan. De verdachte zal daarom van deze feiten worden vrijgesproken.

5..Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam slachtoffer 1] ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 15.604,60 aan materiële schade, een vergoeding van € 35.000,- aan immateriële schade en een vergoeding van € 2.228,- voor de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De officier van justitie en de verdediging hebben geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in de vordering gelet op de door hen bepleitte vrijspraak.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte van alle ten laste gelegde feiten wordt vrijgesproken.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot vandaag worden begroot op nihil.

6..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door de verdachte gemaakt, aan de zijde van de verdachte begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. F.A. Hut, voorzitter,
en mrs. M.J.M. van Beckhoven en F.J. Koningsveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A. de Vrind, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 16 augustus 2017 te Rotterdam tezamen en in verenging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade een persoon genaamd [naam slachtoffer 1] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen een of meer kogel(s) heeft afgevuurd in de arm, althans het lichaam van die [naam slachtoffer 1] en/of een of meer kogel(s) heeft afgevuurd naar/in de richting van die [naam slachtoffer 1] ,
2.
hij op of omstreeks 16 augustus 2017 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 2] en/of die [naam slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
hij op of omstreeks 16 augustus 2017 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] heeft
gedwongen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- tonen en/of voorhouden van een vuurwapen en/of
- op dreigende toon toevoegen van de woorden: "Ga zitten, ga zitten" en/of
"Geld, geld", althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking
- die [naam slachtoffer 1] (met kracht) vastpakken/grijpen bij de nek/keel, althans van het
lichaam van die [naam slachtoffer 1] en/of
- voelen over de kleding van die [naam slachtoffer 1] en/of die [naam slachtoffer 2] en/of
- met dat vuurwapen meermalen, althans eenmaal schieten op die [naam slachtoffer 1] ;
3.
hij op of omstreeks 16 augustus 2017 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een (of meer) wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1° en/of Categorie II onder 2° van de Wet wapens en munitie te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3° van die wet in de vorm van een pistool en/of munitie van categorie II en/of III, te weten één of meer kogelpatro(o)n(en), voorhanden heeft gehad.