Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam],
1..[naam gedaagde 1],
[naam gedaagde 2],
1..De procedure
- het exploot van 5 november 2020 waarbij [gedaagden] de vervroeging van de roldatum aan [naam eiser] heeft doen aanzeggen en hem heeft opgeroepen te verschijnen op 18 november 2020, met het exploot van dagvaarding van 15 oktober 2020 en de daarbij gevoegde producties 1 tot en met 13,
- het bericht van 17 december 2020 van de rechtbank, waarbij mr. Plantenga is medegedeeld dat de griffie heeft geconstateerd dat mr. Plantenga het door zijn cliënt verschuldigde griffierecht niet heeft voldaan binnen de daarvoor in artikel 3 lid 1 Wet griffierechten in burgerlijke zaken (hierna: Wgbz) bepaalde termijn,
- de brief van 31 december 2020 van [naam eiser],
- de antwoordakte van 10 maart 2021 van [naam gedaagde 1],
- de antwoordakte van 10 maart 2021 van [naam gedaagde 2].