Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het tussenvonnis van 22 juli 2020, en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de akte van [naam eiser] van 16 september 2020,
- het tussenvonnis van 7 oktober 2020, waarbij het verzoek van Allianz tot het toestaan van tussentijds appel is afgewezen,
- de antwoordakte van Allianz van 28 oktober 2020.
2..De verdere beoordeling
- er dient een onderzoek door een arbeidsdeskundige plaats te vinden naar de restverdiencapaciteit van [naam eiser] buiten de eigen onderneming en de concrete mogelijkheden om deze te gelde te maken, nu een dergelijk onderzoek nog niet heeft plaatsgevonden. Hierbij kunnen het rapport van 26 mei 2014 van orthopedisch chirurg [naam 1] en het rapport van 23 april 2015 van revalidatiearts [naam 2] en de daarin opgenomen FML als uitgangspunt worden genomen.
- aangezien partijen twisten over de loonwaarde van de ondernemerstaken die [naam eiser] binnen de eigen onderneming kan uitvoeren en over de situatie van de onderneming zonder het ongeval en de uitgangspunten in de door [naam eiser] overgelegde schadeberekening, dient naast de arbeidsdeskundige een deskundige te worden benoemd die een bedrijfseconomisch onderzoek kan doen naar deze punten.
- medische kosten, voor zover deze niet al zullen worden toegewezen zoals bepaald in r.o. 4.27 van het tussenvonnis;
- de kosten van verzorging, met inachtneming van hetgeen in r.o. 4.30 van het tussenvonnis is overwogen;
- het verlies van zelfwerkzaamheid, met inachtneming van hetgeen in r.o. 4.33 is overwogen.
“personen met een (functionele) asplenie [...] een verhoogd risico [lopen] op ernstige infecties met mogelijk dodelijke afloop”, reden waarom verscheidene vaccinaties geboden zijn. [naam eiser] verwijst ter onderbouwing naar een aantal websites waaruit genoemde informatie zou volgen. [naam eiser] biedt zo nodig bewijs aan van zijn stellingen door het laten verrichten van onafhankelijk medisch deskundigenonderzoek door een internist.
de arbeidsdeskundige
de bedrijfseconomisch deskundige
de procedure
3..De beslissing
werkzaam bij [naam bedrijf 1]
werkzaam bij [naam bedrijf 2]
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
- de deskundigen voor aanvang van het onderzoek dienen kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundigen het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dienen aan te vangen,
- de deskundigen het onderzoek onmiddellijk dienen te staken en contact dienen op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- dat uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundigen is gebaseerd,
- dat de arbeidsdeskundige [naam eiser] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van zijn inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in art. 7:464 lid 2 onder b Burgerlijk Wetboek (BW) en, indien [naam eiser] als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [naam eiser] (eventueel onder gesloten couvert via zijn advocaat) moet toesturen en [naam eiser] daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of [naam eiser] gebruik wil maken van zijn blokkeringsrecht (waarbij [naam eiser] zich van commentaar op het concept moet onthouden);
- dat, indien [naam eiser] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van zijn blokkeringsrecht, de arbeidsdeskundige de werkzaamheden onmiddellijk moet staken en dit aan de rechtbank moet mededelen;
6 april 2022,
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken, of:
- na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van Allianz op een termijn van vier weken,