ECLI:NL:RBROT:2021:4810

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 juni 2021
Publicatiedatum
1 juni 2021
Zaaknummer
9094609
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Transitievergoeding en ernstig verwijtbaar handelen in arbeidsrelatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een baliemedewerkster, aangeduid als [verzoekster], en haar werkgever, Facial Harmony B.V. De zaak betreft de toekenning van een transitievergoeding aan [verzoekster] na het beëindigen van haar arbeidsovereenkomst. [verzoekster] was op 6 januari 2020 in dienst getreden voor een jaar, maar meldde zich op 19 maart 2020 ziek. Facial Harmony heeft op 29 juni 2020 aan [verzoekster] laten weten dat het contract niet verlengd zou worden na de afloop op 5 januari 2021.

[verzoekster] verzocht de kantonrechter om te verklaren dat zij recht had op een transitievergoeding van € 746,64 en € 103,90 aan buitengerechtelijke incassokosten. Facial Harmony voerde verweer en stelde dat het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen van [verzoekster]. De kantonrechter oordeelde echter dat Facial Harmony het initiatief had genomen om de arbeidsovereenkomst niet voort te zetten en dat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van [verzoekster].

De kantonrechter concludeerde dat [verzoekster] recht had op de transitievergoeding en dat Facial Harmony deze aan haar moest betalen, inclusief rente vanaf 6 februari 2021. Daarnaast werd Facial Harmony veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Facial Harmony direct aan de veroordelingen moest voldoen, ook als er hoger beroep werd aangetekend.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9094609 VZ VERZ 21-3801
uitspraak: 7 juni 2021
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
op het verzoek van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats verzoekster],
verzoekster,
gemachtigde: mr. F. Laros te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Facial Harmony B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
verweerster,
gemachtigde: mr. H. Kuin te Amsterdam.
Partijen worden hierna ‘[verzoekster]’ en ‘Facial Harmony’ genoemd.

1..De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
• het verzoekschrift, ontvangen op 17 maart 2021;
• het verweerschrift, ontvangen op 26 mei 2021;
• de door partijen overgelegde stukken;
• de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 31 mei 2021.

2..De feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
2.1
[verzoekster] is op 6 januari 2020 voor de bepaalde tijd van één jaar als baliemedewerkster in dienst getreden van Facial Harmony.
2.2
Op 19 maart 2020 heeft [verzoekster] zich ziek gemeld.
2.3
Facial Harmony schrijft op 29 juni 2020 in een e-mail aan [verzoekster], voor zover nu van belang:
Met het oog op de opzegtermijn van jouw contract, willen wij jou hierbij op de hoogte brengen van het beëindigen van jouw contract bij het verlopen van de contractdatum. Wij zullen jouw contract niet verlengen.

3..Het geschil

3.1
[verzoekster] verzoekt voor recht te verklaren dat haar de transitievergoeding toekomt, met veroordeling van Facial Harmony tot betaling van een transitievergoeding van € 746,64 en
€ 103,90 aan buitengerechtelijke incassokosten, met rente en met veroordeling van Facial Harmony in de kosten van de procedure.
3.2
Facial Harmony voert verweer.
3.3
Voor zover voor de beoordeling van belang, wordt hierna ingegaan op de stellingen waarmee [verzoekster] en Facial Harmony het verzoek en het verweer daartegen onderbouwen.

4..De beoordeling

4.1
[verzoekster] heeft recht op een transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst, nadat deze van rechtswege is geëindigd (en dit is op 5 januari 2021 gebeurd na afloop van het jaar waarvoor partijen hun overeenkomst zijn aangegaan), op initiatief van Facial Harmony niet wordt verlengd (artikel 7:673 lid 1a onder 3 Burgerlijk Wetboek (BW)).
4.2
De kantonrechter is van oordeel dat Facial Harmony met de onder 2.3 genoemde e-mail op 29 juni 2020 het initiatief heeft genomen de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] niet voort te zetten nadat deze op 5 januari 2021 zou eindigen. Het uitgangspunt is daarom dat [verzoekster] recht heeft op een transitievergoeding. Waarom Facial Harmony dat initiatief genomen heeft is niet van belang. Voor de vraag of [verzoekster] recht heeft op een transitievergoeding is alleen van belang dát Facial Harmony het initiatief genomen heeft. Dat de gemachtigde van [verzoekster] op 17 augustus 2020 (productie 3 verweerschrift) heeft voorgesteld de resterende periode van de arbeidsovereenkomst af te zien van een re-integratietraject, betekent niet dat het initiatief de overeenkomst niet voort te zetten van [verzoekster] is gekomen. Dat initiatief was op 29 juni 2020 immers al door Facial Harmony genomen en [verzoekster] had zich er bij neer te leggen.
4.3
[verzoekster] heeft geen recht op een transitievergoeding als het niet voorzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten (van [verzoekster]), aldus artikel 7:673 lid 7 aanhef en onder c BW. Om tot dat oordeel te komen moet er echter wel heel wat aan de hand zijn, moet er sprake zijn van omstandigheden die in principe ook een ontslag op staande voet zouden rechtvaardigen, diefstal bijvoorbeeld of, zoals Facial Harmony aanvoerde tijdens de mondelinge behandeling, als door toedoen van [verzoekster] de patiëntenzorg ernstig in gevaar zou zijn gebracht. Daarvan, dus van ernstig verwijtbaar handelen van [verzoekster], is naar het oordeel van de kantonrechter echter geen sprake. Facial Harmony onderbouwt dat in ieder geval niet. Er zijn geen brieven aan [verzoekster] waarin Facial Harmony haar op (ernstige) tekortkomingen wijst. De kantonrechter krijgt uit de stukken en uit wat partijen op de mondelinge behandeling naar voren brachten de indruk dat tussen [verzoekster] en Facial Harmony sprake was van een ‘mismatch’. Partijen begrepen elkaar niet of op zijn minst begreep de ene partij de andere niet (en als sprake is van die situatie is het vanuit Facial Harmony als werkgever bezien begrijpelijk dat zij de arbeidsovereenkomst niet voort wil zetten) maar een mismatch is iets anders dan ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van in dit geval [verzoekster]. Het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst is overigens ook niet het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Facial Harmony.
4.4
[verzoekster] heeft dus recht op de transitievergoeding. Tussen partijen staat niet ter discussie dat deze € 746,64 bedraagt. [verzoekster] zegt dit niet met zoveel woorden maar het gaat om een brutobedrag. Facial Harmony wordt ertoe veroordeeld dit bedrag aan [verzoekster] te betalen. Op grond van artikel 7:686a lid 1 BW is de rente over dit bedrag toewijsbaar vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus per 6 februari 2021 in dit geval.
4.5
Facial Harmony wordt ertoe veroordeeld de transitievergoeding aan [verzoekster] te betalen. De kantonrechter ziet niet in welk belang [verzoekster] er nog bij heeft afzonderlijk voor recht te verklaren dat zij recht heeft op die vergoeding. Dat verzoek wordt daarom afgewezen.
4.6
[verzoekster] heeft buiten de rechter om geprobeerd de transitievergoeding te innen. Dit is haar niet gelukt. Het verzoek van [verzoekster] Facial Harmony te veroordelen tot betaling van € 103,90 aan buitengerechtelijke incassokosten is daarom ook toewijsbaar. Omdat niet is gebleken dat [verzoekster] dit bedrag al heeft betaald aan haar gemachtigde is de verzochte rente over dit bedrag niet toewijsbaar.
4.7
Facial Harmony is de in het ongelijk gestelde partij. Zij wordt daarom veroordeeld in de (na)kosten van deze procedure en tot betaling van de verzochte rente daarover. De nakosten zijn toewijsbaar zoals onder de beslissing vermeld.
4.8
Deze beschikking wordt zoals [verzoekster] verzoekt ‘uitvoerbaar bij voorraad’ verklaard. Dit betekent dat als in hoger beroep wordt gegaan tegen deze beschikking, Facial Harmony in de tussentijd wel alvast aan de veroordelingen moet voldoen.

5..De beslissing

De kantonrechter:
- veroordeelt Facial Harmony om een transitievergoeding van € 746,64 bruto aan [verzoekster] te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf 6 februari 2021 tot aan de dag van de algehele betaling;
- veroordeelt Facial Harmony om € 103,90 aan buitengerechtelijke incassokosten aan [verzoekster] te betalen;
- veroordeelt Facial Harmony in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak aan de kant van [verzoekster] vastgesteld op € 85,00 aan griffierecht en € 480,00 aan salaris voor de gemachtigde en voor het geval Facial Harmony niet binnen veertien dagen na het wijzen van deze beschikking vrijwillig aan de veroordeling voldoet, begroot op € 124,00 aan nasalaris, te vermeerderen met betekeningskosten als betekening van deze beschikking plaatsvindt, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na het wijzen van deze beschikking tot aan de dag van de algehele betaling;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
686