Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het openbaar exploot dagvaarding van 14 maart 2018, met producties,
- het verstekvonnis met zaaknummer / rolnummer 553176 / HA ZA 18-613 van 25 juli 2018,
- de verzetdagvaarding van 5 juni 2020, met producties 1 tot en met 4,
- de conclusie van repliek (conclusie van antwoord in verzet) tevens houdende vermeerdering van eis, met producties, van de vrouw,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 9 maart 2021.
2..De feiten
Woning aan de [adres] Rotterdam
productie 3). Vergelijkbare woningen in dezelfde straat staan voor ongeveer € 124.000,- te koop. De overwaarde van de woning zal om die reden op nihil te stellen zijn. De vrouw heeft, sinds het vertrek van de man uit de woning, alle woonlasten voldaan.”
3..Het geschil
rechtbank begrijpt: salaris advocaat] van de man.
de rechtbank begrijpt: nihil overwaarde] aan de vrouw wordt toegedeeld/toegescheiden, met uitsluiting van de man,
de rechtbank begrijpt: tegen een aan de man te betalen afkoopsom] van € 1.155,67,
rechtbank begrijpt: salaris advocaat].
4..De beoordeling
De ontvankelijkheid van het verzet
nadatde woning is toegedeeld aan de vrouw, zodat de vrouw geen vergoeding wegens overbedeling aan de man is verschuldigd vanwege de toedeling van de woning aan haar.