In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 21 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en Atmall B.V. [verzoeker] was werkzaam als Influencer Marketing Manager bij Atmall en werd op 5 februari 2021 op staande voet ontslagen. [verzoeker] verzocht de rechter om het ontslag te vernietigen en om betaling van zijn loon en reiskosten. Atmall voerde aan dat het ontslag terecht was vanwege wangedrag van [verzoeker] tijdens een werkbespreking. De rechter oordeelde dat Atmall onvoldoende had onderbouwd dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was. De kantonrechter concludeerde dat de aan [verzoeker] verweten gedragingen geen dringende reden voor ontslag op staande voet opleverden. Het ontslag werd vernietigd en Atmall werd veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon en reiskosten aan [verzoeker]. De rechter benadrukte dat goed werkgeverschap vereist dat een werkgever de werknemer de kans biedt om zijn gedrag te verbeteren voordat tot ontslag wordt overgegaan.