Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..De vordering en het verweer in conventie
de hoofdsom ad € 5.117,09, alsmede de wettelijke handelsrente over dat bedrag tot de dag der gehele voldoening, vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten van € 630,85;
4..De vordering en het verweer in voorwaardelijke reconventie
5..De beoordeling
“Is dat een redelijke deal?”heeft [bedrijf A] geantwoord
“De prijzen zijn akkoord”.In deze aanvaarding van het aanbod van [persoon B] ligt geen voorbehoud van bijvoorbeeld meer of minder uren of een tegenaanbod besloten. [bedrijf A] heeft daarmee het aanbod van [persoon B] aanvaard, althans [persoon B] heeft deze verklaring in de omstandigheden van dit geval zo mogen opvatten. De kantonrechter heeft daarbij laten meewegen dat [bedrijf A] in zijn e-mailbericht van 12 februari 2019 niet heeft verzocht om het werk op regiebasis c.q. tegen de daadwerkelijke kosten uit te voeren. Indien de ureninschatting van [persoon B] onjuist was, had het op de weg van [bedrijf A] , als specialist in de overeengekomen werkzaamheden, gelegen om [persoon B] daarop te wijzen. Dat [persoon B] geen overeengekomen resultaat en termijn in het prijsvoorstel heeft opgenomen maakt dat niet anders nu [bedrijf A] ter zitting heeft verklaard dat partijen het werk tevoren samen hebben besproken en bekeken waardoor het overeengekomen resultaat op grond daarvan voor hem duidelijk moest zijn. Hetgeen [bedrijf A] aan zijn stelling ten grondslag heeft gelegd, is aldus onvoldoende om tot het oordeel te komen dat sprake is van aannemingsovereenkomst op regiebasis. Aan bewijslevering komt de kantonrechter daarom niet toe.
6..De beslissing
: