3.1.[eiseres] vordert - na vermeerdering van eis om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
a. a) voor recht te verklaren dat [gedaagde] haar zorgplicht ex artikel 7:658 BW heeft geschonden en aansprakelijk is voor de al geleden en nog te lijden schade van [eiseres] die daarvan het gevolg is;
b) [gedaagde] te veroordelen aan [eiseres] te betalen alle inkomens- en pensioenschade, nader te bepalen, waaronder:
• het verschil tussen het per 9 juli 2019 (ingaan tweede ziektejaar) aan [eiseres] betaalde loon (70%) en 100% van haar loon, te weten een bedrag van € 7.336,06 bruto over de periode van 9 juli 2019 tot en met 30 april 2020, te vermeerderen met andere emolumenten;
• 100% van het loon van [eiseres] te vermeerderen met 8% vakantiebijslag en andere emolumenten zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt en [gedaagde] gehouden is tot betaling van loon;
• de wettelijke verhoging van 50% en wettelijke rente over voorgaande bedragen;
• het verschil tussen een eventuele WIA-uitkering en/of WW-uitkering of lager loon elders na het eindigen van de loondoorbetalingsverplichting tijdens arbeidsongeschiktheid van [eiseres] en 100% van haar loon bij [gedaagde] (inclusief eventuele indexaties en cao-verhogingen) tot de AOW-gerechtigde leeftijd van [eiseres] ;
• pensioenschade van [eiseres] ;
en [gedaagde] te veroordelen tot betaling van:
c) € 2.500,- wegens schenden van het beginsel van goed werkgeverschap door de blootstelling en de als gevolg daarvan ontstane klachten van [eiseres] niet te melden bij Inspectie SZW, waardoor zij extra kosten heeft moeten maken in het kader van haar rechtspositie;
d) € 10.000,- aan immateriële schadevergoeding;
e) € 900,- ex btw aan door MS Amlin toegezegde vergoeding ex artikel 6:96 BW voor het (tweemaal) opvragen van de medische informatie;
f) [gedaagde] te veroordelen tot in staat stellen van het volgen van de in het kader van de re-integratie geadviseerde scholing in het kader van het tweede spoor en deze kosten voor haar rekening te nemen;
g) [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 9.004,66 aan buitengerechtelijke kosten tot en met april 2020, te vermeerderen met de kosten sindsdien, alsmede de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
h) voor het geval het primaire (nog) niet kan worden toegewezen, verzoekt [eiseres] om bij wijze van tussenvonnis - op kosten van [gedaagde] - ex art. 194 Rv een gerechtelijke deskundige te benoemen die kan beschrijven aan welke stoffen [eiseres] is blootgesteld en de mogelijke gevolgen daarvan en/of in hoeverre er een kans is dat haar huidige klachten zijn veroorzaakt of verergerd door de blootstelling;
i. i) ex artikel 22 en 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [gedaagde] te verplichten tot overleggen van bewijzen waaruit blijkt aan welke gevaarlijke stoffen [eiseres] is blootgesteld en tot afgifte van de rapportage van Inspectie SZW;
j) [gedaagde] te veroordelen tot de kosten van deze procedure;
Overig:
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van:
k) € 6.282,38 bruto aan ten onrechte tijdens ziekte niet betaalde overwerkvergoedingen en shifturen, te vermeerderen met 50% wettelijke verhoging en wettelijke rente;
l) € 8.200,- aan openstaande verlofuren (500);
m) de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente;
n) de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.