ECLI:NL:RBROT:2021:4611

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 mei 2021
Publicatiedatum
27 mei 2021
Zaaknummer
C/10/591730 / HA ZA 20-200
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor besmetting van rozenplantmateriaal met Ralstonia en de gevolgen voor de betrokken partijen

In deze zaak vordert Almere Roses B.V. schadevergoeding van Plantise B.V. en Kordes Roses International B.V. wegens de levering van rozenplantmateriaal dat besmet was met de plantpathogene bacterie Ralstonia solanacearum. Almere Roses, die van 2010 tot eind 2018 een snijrozenkwekerij exploiteerde, heeft in 2015 plantmateriaal besteld bij Kordes, dat vervolgens door Plantise is geleverd. Na de levering vertoonde het plantmateriaal symptomen van besmetting, wat leidde tot een onderzoek door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en Naktuinbouw. De NVWA stelde vast dat het plantmateriaal besmet was en legde maatregelen op aan Almere Roses, die haar besmette plantmateriaal moest vernietigen.

Almere Roses stelt dat de besmetting het gevolg is van toerekenbare tekortkomingen van Plantise en Kordes in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst. De rechtbank heeft de partijen verzocht hun stellingen over het gebruik van afgekeurd plantmateriaal nader uit te werken, aangezien Almere Roses stelt dat er afgekeurd materiaal is gebruikt voor de vermeerdering van de rozen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij Almere Roses als eerste de gelegenheid krijgt om haar stellingen te onderbouwen. De rechtbank zal vervolgens de reacties van Plantise en Kordes afwachten.

De uitspraak van de rechtbank is gedaan op 12 mei 2021, waarbij de rechters de zaak naar de rol hebben verwezen voor verdere akten. De vordering van Almere Roses omvat onder andere een verklaring voor recht dat Plantise en Kordes aansprakelijk zijn voor de geleden schade, alsook een verzoek tot schadevergoeding en terugbetaling van bedragen die Almere Roses aan Kordes en Plantise heeft betaald.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/591730 / HA ZA 20-200
Vonnis van 12 mei 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALMERE ROSES B.V.,
gevestigd te Maasland,
eiseres,
advocaat mr. M. Buitelaar te Naaldwijk,
tegen
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam bedrijf], thans genaamd
PLANTISE B.V.,
gevestigd te Bleiswijk,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KORDES ROSES INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te De Kwakel,
gedaagden,
advocaat mr. M.B. Esseling te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Almere Roses, Plantise en Kordes genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 29 januari 2019, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • de conclusie van repliek, tevens houdende akte wijziging van eis, met producties;
  • de conclusie van dupliek;
  • de ten behoeve van de comparitie van partijen overgelegde producties van de zijde van Almere Roses;
  • de ten behoeve van de comparitie van partijen overgelegde productie van de zijde van Plantise en Kordes;
  • het proces-verbaal van de op 2 maart 2021 gehouden comparitie van partijen en de daarbij door Almere Roses overgelegde spreekaantekeningen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

Betrokken partijen

2.1.
Almere Roses exploiteerde van 2010 tot eind 2018 een snijrozenkwekerij in Almere. Zij is gelieerd aan de in Maasland gevestigde onderneming Arend Roses.
2.2.
Plantise is producent en leverancier van plantmateriaal ten behoeve van de groente- en sierteeltsector. Tot de werkzaamheden die Plantise verricht behoren onder meer het vermeerderen van rozen door het laten bewortelen van stekken en door het laten bewortelen van stentlingen.
2.3.
Kordes is veredelaar van rozenrassen voor de snijbloementeelt in de kas en voor buitenrozen. Kordes produceert jonge rozenplanten. Na het stenten van plantmateriaal door Kordes, gaan de stentlingen naar het bedrijf van Plantise om te bewortelen.
De levering van Talea+ en Savita+
2.4.
In januari 2015 heeft Almere Roses aan Kordes een opdracht verstrekt voor het
vermeerderen van teeltmateriaal van de rozensoort “Talea+” (hierna: Talea).
2.5.
Almere Roses en Kordes hebben ten aanzien van de vermeerdering van de Talea een (ten dele handmatig ingevuld) document genaamd “rozenvermeerdering / rosepropagation” ondertekend, genummerd 0581. Dat document vermeldt bij datum “jan. 2015”. Het document luidt voorts:
“Almere Roses b.v. (…)
geeft hierbij opdracht tot het vermeerderen van teeltmateriaal voor de rozenteelt overeenkomstig onderstaande specificatie:
(…)
Op de overeenkomst zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden voor de vermeerdering van teeltmateriaal voor de teelt van rozen. Deze voorwaarden staan afgedrukt aan de achterzijde van deze opdrachtbon. De opdrachtgever stemt in met de toepasselijkheid van deze voorwaarden.”
2.6.
De Algemene Voorwaarden voor de Vermeerdering van Teeltmateriaal voor de Teelt van Rozen, opgesteld door de Productgroep Roos van Plantum NL van
26 juni 2001 (hierna: de Vermeerderingsvoorwaarden) luiden, voor zover thans relevant, als volgt:
“Artikel 10: Aansprakelijkheid
1. De vermeerderaar zal de werkzaamheden voor de vermeerdering van teeltmateriaal verrichten met inachtneming van hetgeen in de branche gebruikelijk is.
2. De vermeerderaar is jegens de teler niet aansprakelijk voor eventuele schade verband houdende met aan hem afgeleverd teeltmateriaal, tenzij de teler aantoont dat het teeltmateriaal op het tijdstip van aflevering gebrekkig was en dat dit gebrek een gevolg is van het verrichten van vermeerderingswerkzaamheden waarbij niet gehandeld is overeenkomstig hetgeen in de branche gebruikelijk is.
3. De vermeerderaar is nimmer aansprakelijk voor schade die op enigerlei wijze verband houdt met de keuze van de teler ten aanzien van het ras, het teeltmateriaal, de onderstammen en de teeltwijze van de teler.
4. De eventuele aansprakelijkheid van de vermeerderaar is beperkt tot het factuurbedrag. Voor zover de vermeerderaar voor eigen rekening teeltmateriaal heeft geleverd ter vervanging van beweerdelijk gebrekkig teeltmateriaal wordt de waarde hiervan op de vordering in mindering gebracht.
5. De teler ziet af van alle overige aanspraken.”
Deze tekst is ook afgedrukt op de achterkant van het in rechtsoverweging 2.5 vermelde formulier.
2.7.
In februari 2015 heeft Almere Roses de hiervoor bedoelde vermeerderingsopdracht uitgebreid met teeltmateriaal van de rozensoort “Savita+” (hierna: Savita).
2.8.
Almere Roses heeft 65.880 stentlingen van de soort Talea en 32.940 stentlingen van de soort Savita besteld bij Kordes.
2.9.
Op 12 februari 2015 heeft Kordes orderbevestigingen voor de onder 2.8 bedoelde bestellingen aan Almere Roses gestuurd. Daarop is de volgende tekst vermeld:
“Al onze leveringen geschieden volgens onze Algemene Leveringsvoorwaarden.
Een exemplaar van de leveringsvoorwaarden wordt u op verzoek toegezonden.”
2.10.
Het voor de vermeerderingsopdracht benodigde teeltmateriaal (takken/ogen) heeft Kordes betrokken van derden. Na het stenten is het plantmateriaal opgekweekt bij Plantise. Plantise heeft het plantmateriaal vervolgens afgeleverd bij Almere Roses.
2.11.
Voor de vermeerderingswerkzaamheden heeft Almere Roses in totaal € 93.931,09 aan Kordes betaald.
2.12.
Op de facturen die Kordes aan Almere Roses heeft gestuurd voor de ten behoeve van de vermeerdering ingekochte “takken/ogen” is het volgende vermeld:
“Al onze leveringen geschieden volgens de Algemene Voorwaarden voor de Vermeerdering van Teeltmateriaal voor de teelt van Rozen (van Plantum).
Een exemplaar van de Algemene Voorwaarden wordt u op verzoek toegezonden.”
2.13.
Het plantmateriaal van het ras Talea is in week 16 tot en met week 19 van 2015 in vier leveringen van dezelfde omvang door Plantise aan Almere Roses geleverd.
2.14.
Het plantmateriaal van het ras Savita is in week 18 en week 19 van 2015 door Plantise aan Almere Roses geleverd.
2.15.
Het plantmateriaal van het ras Talea dat werd geleverd in week 18 van 2015 (de derde levering) liet geelverkleuring zien en was matig en klein. Het in week 19 van 2015 (de vierde levering) geleverde plantmateriaal van het ras Talea groeide wisselend.
2.16.
Het plantmateriaal van het ras Savita dat in week 18 van 2015 werd geleverd liep matig uit en groeide niet goed.
De levering van Avantique
2.17.
Almere Roses heeft in februari 2015, na een wijziging van het aanvankelijke aantal van 41.000, 35.625 stuks rozenplantmateriaal van de soort “Avantique” (hierna: Avantique) besteld bij Plantise.
2.18.
Plantise heeft vijf orderbevestigingen (voor 5 × 7.125 stuks plantmateriaal) gedateerd 16 en 18 februari 2015 aan Almere Roses gestuurd. Op de orderbevestigingen staat, voor zover thans van belang, vermeld:
“Ondergetekende verklaart kennis genomen te hebben van onze Algemene leveringsvoorwaarden die wij bij deze bevestiging meegestuurd hebben.”
2.19.
De Algemene voorwaarden sierteelt en voedingstuinbouw opkweek
van Plantum van 21 mei 2012 (hierna: de Plantumvoorwaarden) luiden, voor zover thans van belang, als volgt:

Artikel 8 Overmacht
1. Onder overmacht wordt verstaan: iedere omstandigheid vallende buiten de directe invloedssfeer van de verkoper, waardoor nakoming van de overeenkomst in redelijkheid niet meer kan worden verlangd. Hieronder vallen onder andere stakingen, brand, extreme weersomstandigheden of overheidsmaatregelen en ziekten en plagen enerzijds en gebreken in de aan verkoper toegeleverde materialen anderzijds.
2. Indien tengevolge van overmacht de overeenkomst door de verkoper niet kan worden nagekomen, dan moet de verkoper de koper zo spoedig mogelijk schriftelijk omtrent de omstandigheden informeren.
3. In geval van overmacht zullen partijen overleggen over een wijziging van de overeenkomst of over het geheel of gedeeltelijk ontbinden van de overeenkomst.
4. Indien partijen het niet binnen 10 dagen na de schriftelijke mededeling van de bedoelde omstandigheden eens kunnen worden over wijziging of ontbinding, dan kan ieder van de partijen zich tot de op grond van artikel 14 bevoegde rechter wenden.
Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden
1. In geval van onvoorziene omstandigheden bij één der partijen, die zo ernstig zijn dat de andere partij, gelet op de eisen van redelijkheid en billijkheid, niet mag verwachten dat de gesloten overeenkomst ongewijzigd in stand blijft, zal de ene partij de andere partij schriftelijk omtrent de onvoorziene omstandigheden informeren en zullen partijen overleggen over een wijziging van de overeenkomst of over het geheel of gedeeltelijk ontbinden van de overeenkomst.
2. Indien partijen het niet binnen 10 dagen na schriftelijke mededeling van de bedoelde omstandigheden eens kunnen worden over wijziging of ontbinding, dan kan ieder van de partijen zich tot de op grond van artikel 14 bevoegde rechter wenden.
Artikel 10 Garanties en klachten
1. De verkoper waarborgt dat de producten, die op grond van de overeenkomst geleverd moeten worden, voldoen aan de eisen, gesteld in de van toepassing zijnde reglementen van Nederlandse keuringsinstanties, die van kracht zijn op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst.
(…)
Artikel 11 Aansprakelijkheid
1. De verkoper aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid, tenzij in één van de in dit artikel genoemde gevallen. In een dergelijk geval zal de aansprakelijkheid van de verkoper beperkt zijn tot maximaal de factuurwaarde. In geen enkel geval is de verkoper aansprakelijk voor enige vorm van gevolgschade, gederfde omzet of gederfde winst.
2. De verkoper is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door overmacht als bedoeld in
artikel 8, lid 1.
(…)
4. Schadevergoeding bij een klacht kan alleen plaatsvinden, indien de klacht conform artikel 10 is ingediend, terecht blijkt te zijn en er sprake is van verwijtbaarheid of bewuste nalatigheid van de verkoper. Bovendien zal de schadevergoeding beperkt zijn tot het gedeelte van het geleverde waar de klacht betrekking op heeft.
(…)”
2.20.
Voor dit plantmateriaal zijn facturen verstuurd voor een totaalbedrag van € 19.636,50 inclusief (6%) BTW (€ 18.525,- exclusief BTW). Voorts is voor diverse proeven een bedrag van € 598,26 inclusief BTW (€ 564,40 exclusief BTW) in rekening gebracht. Almere Roses heeft deze bedragen voldaan. Op de facturen is het volgende vermeld:
“Op al onze aanbiedingen zijn van toepassing de algemene leveringsvoorwaarden zoals vastgesteld door Plantum NL, zie [naam mailadres] .”
2.21.
Het plantmateriaal van het ras Avantique is in de weken 17 tot en met 22 van 2015 door Plantise aan Almere Roses geleverd.
Overige feiten2.22. Het aan Almere Roses geleverde plantmateriaal was voorzien van een plantenpaspoort.
2.23.
Plantise heeft op 13 juli 2015 een leveranciersverklaring aan Arend Roses afgegeven, waarin staat:
“Wij verklaren hierbij als leverancier van het uitgangsmateriaal, dat:
  • De geleverde producten voldoen aan de geldende wetgeving (…);
  • De geleverde producten vrij zijn van ziekten en plagen en andere schade; (…)”
2.24.
In de zomer van 2015 heeft Almere Roses bij Plantise en Kordes melding gemaakt van geelverkleuringen en groeiproblemen in het geleverde plantmateriaal.
2.25.
Groen Agro Control heeft op 10 september 2015
Ralstonia Solanacearum(hierna: Ralstonia) in door Almere Roses verstrekte monsters van de Avantique, Talea en Savita aangetroffen.
2.26.
Ralstonia is een plantpathogene bacterie die bruinrot veroorzaakt. Ralstonia heeft een quarantaine-status binnen de EU en is opgenomen op de lijst in bijlage I, deel A, Rubriek II (
Schadelijke organismen waarvan bekend is dat zij in de gemeenschap voorkomen en die risico's opleveren voor de gehele gemeenschap)van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (hierna: de Fytorichtlijn)
.
2.27.
Ralstonia is vooral bekend als de veroorzaker van bruinrot in aardappel. Ralstonia kent verschillende varianten die ook andere gewassen kunnen aantasten.
2.28.
In augustus 2015 is Ralsonia voor het eerst aangetroffen bij rozen op diverse rozenteeltbedrijven in (onder meer) Nederland.
2.29.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft onderzoek gedaan naar de besmetting met Ralstonia bij (onder meer) Almere Roses. Daarbij heeft de NVWA op het bedrijf van Almere Roses Ralstonia aangetroffen. Bij beslissing van 16 oktober 2015 heeft de NVWA aan Almere Roses de maatregel opgelegd om - kort gezegd - het besmet verklaarde plantmateriaal (bestaande uit de Savita, Talea en Avantique) te vernietigen en haar kas en teeltbenodigheden te ontsmetten. Almere Roses heeft deze maatregel in november 2015 uitgevoerd.
2.30.
De NVWA heeft ook onderzoek gedaan bij Plantise. In 17 van 118 door de NVWA in oktober/november 2015 bij Plantise genomen monsters van plantmateriaal heeft de NVWA Ralstonia aangetroffen.
2.31.
Bij brieven van 2 oktober 2015 heeft Almere Roses Plantise en Kordes aansprakelijk gesteld voor schade die zij lijdt als gevolg van de leveringen van (gesteld) besmet plantmateriaal.
2.32.
Naktuinbouw is een zelfstandig bestuursorgaan dat onder toezicht staat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Naktuinbouw heeft naar aanleiding van een klacht van Almere Roses over de bij haar geconstateerde ralstoniabesmetting onderzoek gedaan op het bedrijf van Almere Roses en op het bedrijf van Plantise. Bij dat onderzoek heeft Naktuinbouw mede gebruik gemaakt van de onderzoeksgegevens van de NVWA. Na een conceptrapport waarop Almere Roses en Plantise hun visie konden geven, heeft Naktuinbouw op 29 februari 2016 definitief gerapporteerd. Dat rapport luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“Conclusie
Op basis van de bevindingen concludeert Naktuinbouw dat de problemen, zoals die bij uw afnemer (Almere Roses;
toevoeging rechtbank) werden waargenomen, zijn veroorzaakt, door een besmetting die aanwezig was in het door u (Plantise;
toevoeging rechtbank) afgeleverde plantmateriaal.
Deze conclusie is gebaseerd op de hierna genoemde bevindingen;
• Uit de resultaten van de door de NVWA uitgevoerde onderzoeken aan relevant plantmateriaal en water op
Ralstonia solanacearumblijkt dat het aannemelijk is dat er latente besmettingen aanwezig waren in het betreffende plantmateriaal.
• Het is aannemelijk te veronderstellen dat de besmetting is ontstaan tijdens de opkweek van het plantmateriaal. Dit vanwege het feit dat er bij andere afnemers van partijen stekmateriaal van roos soortgelijke symptomen werden waargenomen en/of er opmerkingen werden gemaakt.
Op grond van bovenstaande conclusie acht Naktuinbouw de klacht gegrond.
De resultaten van de onderzoeken van Naktuinbouw en de NVWA hebben tot op heden niet geleid naar de primaire oorzaak van de problemen in de rozensector. Hiertoe wordt momenteel door de NVWA nog steeds onderzoek gedaan. Helaas is dus momenteel niet te achterhalen, welke factor primair verantwoordelijk is geweest (en welke doorslaggevende betekenis heeft gehad), voor de uiteindelijke besmetting en het afsterven van het materiaal. Vele condities en factoren kunnen mogelijk een belangrijke rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de problemen.”
2.33.
Tot op heden heeft de NVWA de herkomst van de in 2015 in Nederland opgetreden ralstoniabesmettingen niet kunnen achterhalen.
2.34.
Op 1 november 2018 heeft Almere Roses haar bedrijfsactiviteiten in Almere gestaakt. Zij is haar bedrijfsactiviteiten daarna blijven voortzetten vanuit de kernlocaties van Arend Roses in Maasland.

3..De vordering

3.1.
Almere Roses vordert – na wijziging van eis – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
I. Te verklaren voor recht dat Plantise en Kordes toerekenbaar zijn tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen jegens Almere Roses uit hoofde van leveringen van plantmateriaal die met Ralstonia besmet waren, althans dat Plantise en Kordes onrechtmatig hebben gehandeld jegens Almere Roses, en dat Plantise en Kordes jegens Almere Roses hoofdelijk aansprakelijk zijn uit hoofde van deze toerekenbare tekortkoming, althans deze toerekenbare onrechtmatige daad;
II. Plantise en Kordes hoofdelijk, des de één betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan Almere Roses van een bedrag van € 2.044.547,71, althans die schadeposten waarvoor Plantise en Kordes dekking hebben onder hun aansprakelijkheidsverzekering, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 november 2015, althans vanaf de dag der dagvaarding, althans vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis - indien niet binnen die termijn betaald wordt - tot aan de dag der algehele voldoening;
Subsidiair
III. De gevolgen van de overeenkomsten tussen Almere Roses en Kordes en Plantise te wijzigen en Plantise en Kordes als gevolg van de wijziging van de gevolgen van de overeenkomsten hoofdelijk, des de één betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan Almere Roses van een bedrag van € 2.044.547, 71, althans Plantise en Kordes ieder te veroordelen tot betaling van een derde deel van dit bedrag, althans Plantise en Kordes te veroordelen tot betaling van schadevergoeding voor die schadeposten waarvoor Plantise en Kordes dekking hebben onder hun aansprakelijkheidsverzekering, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 november 2015, althans vanaf de dag der dagvaarding, althans vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis - indien niet binnen die termijn betaald wordt - tot aan de dag der algehele voldoening, althans de gevolgen van de overeenkomsten te wijzigen op een wijze die de rechtbank geraden acht;
Meer subsidiairIV. Voor recht te verklaren dat de overeenkomsten met Plantise en Kordes door Almere Roses op rechtsgeldige wijze zijn ontbonden, althans de overeenkomsten per datum vonnis te ontbinden;
V. Plantise te veroordelen tot nakoming van de uit de ontbinding voortvloeiende ongedaanmakingsverbintenissen, bestaande uit terugbetaling aan Almere Roses van een bedrag van € 19.636,50, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. Kordes te veroordelen tot nakoming van de uit de ontbinding voortvloeiende ongedaanmakingsverbintenissen, bestaande uit terugbetaling aan Almere Roses van een bedrag van € 93.931,09 inclusief btw, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
In alle gevallen
VII. Plantise en Kordes hoofdelijk, des de één betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan Almere Roses van een bedrag van € 5.000,00 ter vergoeding van vermogensschade zoals bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis - indien niet binnen die termijn betaald wordt - tot aan de dag der algehele voldoening;
VIII. Plantise en Kordes hoofdelijk, des de één betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de proceskosten van Almere Roses in deze procedure, waarbij de proceskosten binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis door gedaagden dienen te zijn voldaan en voor het geval voldoening binnen de bedoelde termijn niet plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf het verstrijken van genoemde termijn alsmede met veroordeling van gedaagden tot betaling aan Almere Roses van de na het gewezen vonnis verschuldigde nakosten binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis.”
3.2.
Plantise en Kordes voeren verweer. Hun verweer strekt ertoe bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
“(i) Almere Roses niet-ontvankelijk te verklaren, althans de vorderingen van Almere Roses af te wijzen, met veroordeling van Almere Roses in de proceskosten;
(ii) Almere Roses te veroordelen om de proceskosten te voldoen binnen 14 dagen na de datum van het vonnis, en - voor het geval dat voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor de voldoening;
(iii) Almere Roses te veroordelen tot betaling van de nakosten ad € 157,- zonder betekening, dan wel € 239,- in het geval van betekening, te voldoen binnen 14 dagen nadat het vonnis is gewezen en - voor het geval voldoening van de nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.”.

4..De beoordeling

4.1.
Dit geschil draait in de kern om de vraag of Plantise en Kordes gehouden zijn de schade te vergoeden die Almere Roses stelt te hebben geleden als gevolg van de op haar bedrijf in 2015 geconstateerde besmetting met Ralstonia. Volgens Almere Roses is dat het geval omdat die schade het gevolg is van het door Plantise en Kordes geleverde plantmateriaal, dat bij aflevering besmet was met Ralstonia. Plantise en Kordes betwisten dat; volgens Plantise en Kordes was het plantmateriaal bij aflevering niet besmet met Ralstonia.
4.2.
In de conclusies van re- en dupliek hebben alle partijen aangegeven de vraag of het plantmateriaal bij aflevering besmet was met Ralstonia evenals de discussie over de schadeomvang te willen parkeren. De rechtbank zal daarom uitgaan van de veronderstelling dat het plantmateriaal bij aflevering besmet was met Ralstonia en nu beoordelen of dat een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen voortvloeiend uit de overeenkomsten tussen Almere Roses enerzijds en Plantise en Kordes anderzijds oplevert, die aan Plantise en/of Kordes kan worden toegerekend. Alleen dan zijn Plantise en Kordes in beginsel schadeplichtig. In het verlengde daarvan dient voorts te beoordeeld of en zo ja, in hoeverre de gevolgen van een dergelijke toerekenbare tekortkoming voor rekening van Plantise en/of Kordes komen, gelet op de volgens Plantise en Kordes op de overeenkomsten van toepassing zijnde algemene voorwaarden.
4.3.
Ter zitting heeft Almere Roses (voor het eerst) gewezen op een keuringsrapport van Naktuinbouw van 12 maart 2015, waaruit volgt dat Naktuinbouw uitgangsmateriaal dat moest worden gebruikt voor de kweek van de Avantique heeft afgekeurd. Volgens Almere Roses is het afgekeurde plantmateriaal desalniettemin geknipt en gebruikt voor de kweek van de Avantique. Volgens Almere Roses heeft het gebruik van dit afgekeurde materiaal juridische consequenties die van belang zijn voor de beoordeling van het voorliggende geschil.
4.4.
Het betreffende keuringsrapport, dat als onderdeel van productie 21 door Plantise en Kordes bij conclusie van antwoord in het geding is gebracht, luidt voor zover thans van belang als volgt:

Keuringsbevindingen
Keurobject AVANTIQUE
Omschrijving
Keuring
Maatregel
Waarde
Opmerking
Witte vliegen
Geconstateerd
Afgekeurd
Afgekeurd
Gewas afgekeurd voor vermeerdering. Reeds in bewerking genomen teeltmateriaal van deze herkomst is eveneens afgekeurd.
Naktuinbouw verwacht een nieuwe herkomstopgave.
4.5.
Plantise heeft ter zitting naar voren gebracht dat het onwaarschijnlijk is dat afgekeurd materiaal is gebruikt. De documentatie om dat te onderbouwen, had Plantise op de zitting niet voorhanden.
4.6.
Als de door Almere Roses ingenomen nieuwe stelling, dat het afgekeurde plantmateriaal is geknipt en gebruikt voor de kweek van Avantique, juist is kan dat naar het oordeel van de rechtbank van belang zijn voor de beantwoording van de hiervoor onder 4.2 bedoelde vraagpunten. Het is daarom nodig dat partijen hun standpunten hieromtrent nader uitwerken en onderbouwen. De zaak zal dan ook worden verwezen naar de rol. Almere Roses is als eerste in de gelegenheid haar stelling uit te werken en te onderbouwen. Vervolgens zijn Plantise en Kordes in de gelegenheid daarop (onderbouwd) te reageren.
4.7.
Alle overige beslissingen worden aangehouden.

5..De beslissing

De rechtbank,
alvorens verder te beslissen,
verwijst de zaak naar de rol van
9 juni 2021voor akte als bedoeld onder 4.6 aan de zijde van Almere Roses, waarna Plantise en Kordes op de rol van vier weken later in de gelegenheid zijn een antwoordakte te nemen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, mr. drs. J. van den Bos en mr. D.H. Janssen-Dongelmans en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2021.
1861/106/1407/3262