Uitspraak
1..Het verdere verloop van de procedure
2. De verdere beoordeling
.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, heeft de ANWB B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die niet heeft gereageerd op de dagvaarding. De vordering betreft een betaling van € 143,32 in het kader van een verzekeringsovereenkomst voor de Wegenwacht Service. De kantonrechter heeft eerder een tussenvonnis gewezen waarin de overeenkomst als verzekeringsovereenkomst is gekwalificeerd. De eisende partij heeft in een akte van 9 december 2020 haar vordering nader toegelicht en gesteld dat de gedaagde partij is geïnformeerd over de voornaamste kenmerken van de diensten en de totale prijs. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij aan haar informatieverplichtingen heeft voldaan, ook al was er geen verweer van de gedaagde partij. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij tot 24 januari 2020 premie verschuldigd was en dat de vordering tot betaling van € 143,32 toewijsbaar is. Daarnaast is de gedaagde partij in gebreke gebleven met het tijdig voldoen van de factuur, waardoor wettelijke vertragingsrente en buitengerechtelijke incassokosten zijn toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde partij in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken door mr. M. Verkerk op 27 mei 2021.