Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
“De kantonrechter:
“[…]Duur, verlenging en opzegging
“[…]Hoofdelijkheid, medehuur, curatele en bewind[…]22.3 Iemand die samen met een of meer anderen de huurovereenkomst met verhuurder is aangegaan en heeft ondertekend, zonder dat er sprake is van wettelijk medehuurderschap, verliest zijn huurderschap niet door het gehuurde definitief te verlaten. Ook dan blijft hij hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Een contractuele medehuurder (samenhuurder) kan slechts samen met de andere huurder(s) de huurovereenkomst door opzegging beëindigen.[…]”.
3..De vordering en het verweer in de hoofdzaak in conventie
4..De vordering en het verweer in de hoofdzaak in reconventie
10 september 2020 van de kantonrechter te Rotterdam tussen Aegon als eiseres en [persoon A] en [persoon B] als gedaagden, met zaak-/rolnummer 9720673 CV EXPL 20-29508 en Aegon in haar vordering primair niet te ontvangen, althans deze af te wijzen, dan wel de achterstallige huurtermijnen toe te wijzen tot maximaal 1 juli 2020;
5..De beoordeling
vorderingen in reconventie
6..De beslissing
: