Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] , en
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Stichting Woningmaatschap Rotterdam (hierna: SWR) een vordering ingesteld tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2] voor betaling van huurachterstand en ontruiming van een gehuurde woning en parkeerplaats. De huurovereenkomst is op 1 december 2020 geëindigd, maar SWR vordert ontbinding en ontruiming op basis van een huurachterstand van € 4.725,24. De gedaagden betwisten de hoogte van de huurachterstand en stellen dat zij de huur tot december 2020 hebben voldaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden hun verplichtingen niet zijn nagekomen en dat de vordering van SWR voor een deel toewijsbaar is. De kantonrechter heeft de gedaagden veroordeeld tot betaling van € 3.422,90 aan huurachterstand, en hen opgedragen de woning en parkeerplaats binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Tevens zijn de gedaagden in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de gedaagden aan het vonnis moeten voldoen, ook als zij in hoger beroep gaan.