Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 29 september 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en een gedaagde over onbetaalde facturen. Eiseres, vertegenwoordigd door GGN Mastering Credit B.V., vorderde een bedrag van € 15.753,02 van gedaagde, die mede handelt onder een handelsnaam. De vordering was gebaseerd op meerdere koopovereenkomsten waarbij gedaagde goederen had ontvangen maar niet volledig had betaald. Gedaagde had een betalingsachterstand van € 17.271,80, maar had eerder al een deelbedrag van € 3.022,65 betaald. Eiseres vorderde ook buitengerechtelijke kosten van € 947,49 en wettelijke rente.
Gedaagde erkende een deel van de vordering, namelijk het bedrag van € 14.249,15, maar betwistte de buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter oordeelde dat de betalingen van gedaagde eerst in mindering komen op de kosten en rente, en dat eiseres terecht uitging van de hoofdsom van € 14.249,15. De gevorderde wettelijke rente van € 471,16 werd toegewezen, evenals een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 917,49. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde in de proceskosten moest worden veroordeeld, en dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad werd verklaard.
De kantonrechter heeft uiteindelijk de vordering van eiseres toegewezen tot een totaalbedrag van € 15.637,80, vermeerderd met wettelijke rente, en gedaagde in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. E.A. Vroom.