11..Beslissing
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
8 maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
3 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met [naam slachtoffer] , gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt;
de veroordeelde zal zich melden bij Antes Reclassering, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling dit gedurende de proeftijd noodzakelijk vindt;
de veroordeelde zal zich voor zijn persoonlijkheidsproblematiek en hyperseksualiteit onder ambulante behandeling stellen van De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
de veroordeelde zal zich voor zijn verslavingsproblematiek onder ambulante behandeling stellen van Antes GGZ of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
de veroordeelde zal zich onthouden van het gebruik van verdovende middelen en alcohol, onder de verplichting ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan adem- en/of urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
de veroordeelde zal zich – indien de situatie daar volgens de behandelaars in het ambulante traject en de reclassering aanleiding toe geeft – in verband met een crisissituatie, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek gedurende maximaal 7 weken voor een kortdurende klinische opname laten opnemen in een intramurale inrichting, en zal zich houden aan de aanwijzingen die door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling worden gegeven;
de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact zoeken of hebben met minderjarigen. Indien deze contacten onvermijdelijk zijn, onderhoudt de veroordeelde deze eerst na toestemming met zijn toezichthouder en/of behandelaren;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de onder 1 tot en met 7 genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer] te betalen een bedrag van
€ 3.066,12 (zegge: drieduizend zesenzestig euro en twaalf eurocent), bestaande uit
€ 66,12aan materiële schade en
€ 3.000,-aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
28 juli 2019tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam slachtoffer] te betalen
€ 3.066,12(hoofdsom,
zegge: drieduizend zesenzestig euro en twaalf eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
28 juli 2019tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 3.066,12niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.C. Franken, voorzitter,
en mrs. F.A. Hut en M.J.C. Spoormaker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Eekhout griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 mei 2021.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2019 tot en met 1 oktober 2019 te Rotterdam
en/of Nunspeet, althans in Nederland, met [naam slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2004, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer] ,
te weten
- ( tong)zoenen met die [naam slachtoffer] ,
- het betasten van de borsten en/of vagina, althans het lichaam van die [naam slachtoffer] ,
- het likken van de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [naam slachtoffer] ,
- het brengen en/of houden van de hand van die [naam slachtoffer] naar/op zijn penis en/of
zich laten aftrekken door die [naam slachtoffer] ,
- het brengen en/of bewegen van zijn penis in de mond, anus en/of vagina, althans
tussen de schaamlippen, van die [naam slachtoffer] en/of zich laten pijpen door die [naam slachtoffer] en/of
- het brengen en/of bewegen van zijn vingers in de anus en/of vagina, althans
tussen de schaamlippen van die [naam slachtoffer] ;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2019 tot en met 1 oktober 2019 te Nunspeet
en/of Rotterdam, althans in Nederland, met [naam slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2004, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het (tong)zoenen met die [naam slachtoffer] ,
- het betasten van de borsten en/of vagina, althans het lichaam van die [naam slachtoffer] ,
- het likken van de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [naam slachtoffer] ,
- het brengen en/of houden van de hand van die [naam slachtoffer] naar/op zijn penis en/of
zich laten aftrekken door die [naam slachtoffer] .