In deze zaak heeft de besloten vennootschap Filiuskaas B.V. een vordering ingesteld tegen twee gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], met betrekking tot onbetaalde facturen voor geleverde kaasproducten. De vordering betreft een bedrag van € 5.451,55, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Filiuskaas heeft in de periode van 15 augustus 2019 tot en met 23 mei 2020 diverse facturen aan [gedaagde 1] gezonden, die niet binnen de betalingstermijn van 14 dagen zijn voldaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] ten tijde van de leveringen minderjarig was, en dat [gedaagde 2] de vader van [gedaagde 1] is. Er is een betalingsregeling getroffen, maar een deel van de vordering blijft openstaan.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagden de verschuldigdheid en hoogte van de facturen niet hebben betwist. De wettelijke handelsrente is verschuldigd vanaf de vervaldata van de facturen, en de gedaagden zijn ook aansprakelijk voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft de vordering van Filiuskaas toegewezen, inclusief de wettelijke rente en proceskosten. De gedaagden zijn veroordeeld om het openstaande bedrag te betalen, en de proceskosten zijn vastgesteld op € 1.106,07, inclusief griffierecht en kosten voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het méér of anders gevorderde is afgewezen.