ECLI:NL:RBROT:2021:4351

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 mei 2021
Publicatiedatum
19 mei 2021
Zaaknummer
10/700095-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor opzetheling van bij een woninginbraak weggenomen spullen met taakstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 mei 2021 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van opzetheling van goederen die bij een woninginbraak waren weggenomen. De verdachte, geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], was ingeschreven op het adres [adres verdachte] en werd bijgestaan door haar raadsman, mr. M.R. de Kok. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 5 februari 2020 in de woning aan [adres delict] is ingebroken. De verdachte heeft op dezelfde dag haar zus gevraagd om een Nintendo Switch en andere bij de inbraak weggenomen goederen te verkopen. Tijdens een doorzoeking van haar woning zijn ook andere gestolen goederen aangetroffen.

De rechtbank heeft de verklaring van de verdachte dat zij niet wist dat de goederen van diefstal afkomstig waren, niet geloofwaardig geacht. De verdachte had moeten vermoeden dat de goederen niet op legale wijze waren verkregen, gezien de omstandigheden waaronder zij deze in ontvangst nam. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs is voor opzetheling van de Nintendo Switch, de spellen, de controllers, de televisie en de Bose Soundbar. De verdachte is vrijgesproken van de heling van andere goederen, omdat niet kon worden vastgesteld dat zij daarvan op de hoogte was.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, lager dan de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank minder goederen bewezen achtte. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen rechtstreeks verband was tussen de vorderingen en het bewezen verklaarde feit. De rechtbank heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen en het vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/700095-20
Datum uitspraak: 17 mei 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte],
raadsman mr. M.R. de Kok, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 mei 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T.J. Lindhout heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 80 uur met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
Standpunt verdediging
De verdachte dient te worden vrijgesproken van de aan haar ten laste gelegde opzetheling danwel schuldheling, omdat zij niet wist en ook niet vermoedde dat de door haar verkochte en bij haar thuis aangetroffen goederen van diefstal afkomstig waren.
Beoordeling
Vaststaat dat in de nacht van 5 februari 2020, tussen 00.05 uur en 06.50 uur is ingebroken in de woning aan de [adres delict]. Verder staat vast dat de verdachte op diezelfde dag om 10.53 uur haar zus heeft gevraagd om een Nintendo Switch, twee Nintendo spellen en twee Nintendo controllers, die allemaal bij die inbraak waren weggenomen, te verkopen. Bij een doorzoeking van haar woning zijn vervolgens andere bij de inbraak weggenomen goederen gevonden, namelijk een Bose Soundbar, een Lenovo Ideapad, een Lenova tablet, een Samsung tablet en een Samsung tv.
Door de verdachte is verklaard dat zij de Nintendo met de spellen en de controllers van haar broer, de medeverdachte [naam medeverdachte], had gekregen met het verzoek deze te verkopen voor een buurman die op dat moment een beetje krap bij kas zat. Over de televisie en de Bose soundbar heeft zij verklaard dat zij die van haar broer cadeau had gekregen. De andere spullen zijn haar, zo heeft zij verklaard, niet bekend.
Om tot een bewezenverklaring van heling te kunnen komen, moet worden vastgesteld dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de goederen wist (opzetheling), dan wel redelijkerwijze had moeten vermoeden (schuldheling), dat die goederen door een misdrijf waren verkregen.
De verdachte heeft niet doorgevraagd over hoe haar broer ineens aan deze grote hoeveelheid dure spullen kwam, waarvoor dus een deel verkocht moest gaan worden, of vraagtekens gezet bij hoe het kon dat zij ineens zulke dure (gebruikte) spullen cadeau kreeg. Zij heeft zonder meer de spullen in ontvangst genomen terwijl het haar, gelet op de hoeveelheid dure spullen waarmee haar broer kwam aanzetten duidelijk moet zijn geweest dat deze spullen niet op een legale manier door haar broer waren verkregen. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat voldoende bewijs is voor opzetheling door verdachte van de Nintendo met de spellen en de controllers en de televisie en de soundbar. Het impliciet primair tenlastegelegde feit is daarmee wettig en overtuigend bewezen.
Zij zal worden vrijgesproken van de heling van de tablets en de Ideapad, omdat niet kan worden vastgesteld dat zij van de aanwezigheid van die spullen wist of daar enige beschikkingsmacht over heeft gehad. Deze werden weliswaar aangetroffen in haar woning, maar in een gesloten kast tussen kledingstukken. Haar broer verbleef toen ook in die woning en zij heeft aangegeven niets van deze spullen te weten. Aanwijzingen dat die verklaring niet zou kloppen, kunnen in het dossier niet worden gevonden.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
zij in de periode van 5 februari 2020 tot en met 8 februari 2020 te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander, goederen, te weten
een Nintendo Switch, entwee Nintendo spellen, en
twee Nintento controllers, en
een Bose Soundbar, en
een Samsung tv,
heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen terwijl zij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
medeplegen van opzetheling.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met haar broerschuldig gemaakt aan de heling van een Nintendo met computerspellen en controllers, een televisie en een Bose soundbar.
Dit is een ergerlijk feit waarmee zij heeft geprofiteerd van de diefstal van die voorwerpen. Heling bevordert het plegen van vermogensdelicten nu hierdoor voor de daders van die delicten een afzetmogelijkheid wordt geschapen voor de als gevolg van hun misdrijven verkregen goederen. Door aldus te handelen heeft de verdachte er blijk van gegeven geen respect te hebben voor andermans eigendom.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 12 maart 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gezien de ernst van het feit zal de rechtbank een taakstraf van na te noemen duur opleggen.
Deze is lager dan de eis van de officier van justitie omdat de rechtbank de heling van minder goederen bewezen acht.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Vorderingen benadeelde partij

De vordering van [naam benadeelde 1]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde 1]. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 145,88 aan materiële schade en een vergoeding van € 700,- aan immateriële schade.
De vordering van [naam benadeelde 2]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde 2]. De benadeelde partij vordert een vergoeding van ongeveer € 3.250,- aan materiële schade en een vergoeding van aan immateriële schade, niet op waarde geschat.
Standpunt officier van justitie
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partijen in de vordering aangezien geen sprake is van rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade.
Standpunt verdediging
Gelet op bepleite vrijspraak dienen de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun vordering. Subsidiair wordt aangevoerd dat er tussen het tenlastegelegde feit en de schade geen rechtstreeks verband bestaat, alsmede dat de vorderingen onvoldoende zijn onderbouwd.
Beoordeling
De benadeelde partijen vorderen vergoeding van de bij de inbraak in hun woning weggenomen goederen, de aanschaf van beveiligingsmaatregelen voor de woning na de inbraak, vergoeding van opgenomen verlofuren en vergoeding voor geleden immateriële schade.
De benadeelde partijen zullen in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering van [naam benadeelde 2], is, gelet op de betwisting onvoldoende onderbouwd. Niet kan worden vastgesteld of de gevorderde schade rechtstreeks verband houdt met de bewezen verklaarde opzetheling. De vordering van [naam benadeelde 1] is wel nader gespecificeerd, maar de gevorderde schade staat te ver verwijderd van de bewezenverklaarde opzethelling.
Omdat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk worden verklaard, zullen zij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 22c, 22d, 47 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
60 (zestig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
54 (zesenvijftig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
27 dagen;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. V.F. Milders, voorzitter,
en mrs. V.M. de Winkel en N. Freese, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
zij in of omstreeks de periode van 5 februari 2020 tot en met 8 februari 2020
te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam
alleen, althans tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
(een) goed(eren), te weten
een Nintendo Switch, en/of
twee Nintendo spellen, en/of
twee Nintento controllers, en/of
een Bose Soundbar, en/of
een Lenovo Ideapad, en/of
een Lenova tablet, en/of
een Samsung tablet, en/of
een Samsung tv, heeft/hebben verworven en/of heeft/hebben voorhanden gehad
en/of heeft/hebben overgedragen terwijl zij ten tijde van de verwerving of het
voorhanden krijgen van dat goed/die goederen wist, althans redelijkerwijs had
moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.