Op 30 april 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder een psychotische stoornis en een stoornis in het gebruik van cocaïne, cannabis en alcohol. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 15 april 2021. Betrokkene was onvindbaar en had zich onttrokken aan zorg, wat leidde tot ernstige risico's voor haar gezondheid en veiligheid. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 april 2021 werd betrokkene niet gehoord, noch was zij aanwezig bij de eerdere behandeling op 28 april 2021. De rechtbank constateerde dat betrokkene niet bereid was om zich te laten horen en dat haar gedrag, als gevolg van haar psychische stoornis, leidde tot ernstig nadeel.
De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren, aangezien betrokkene onvoldoende bereid was om behandeling of zorg te accepteren. De rechtbank wees de argumenten van de advocaat van betrokkene af, die pleitte voor afwijzing van het verzoek op basis van het ontbreken van een persoonlijk onderzoek door de onafhankelijke psychiater. De rechtbank concludeerde dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren.
De zorgmachtiging werd verleend voor de duur van drie maanden, met de verplichting dat de beschikking ten uitvoer moest worden gelegd binnen twee weken na de uitspraak. De rechtbank benadrukte dat het enkele plaatsen op de telex onvoldoende was voor de opsporing van betrokkene. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.W.J. van Elsdingen en is op 7 mei 2021 schriftelijk uitgewerkt.