Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser 1] ,
1..[gedaagde 1] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 14 september 2020 met producties 1 tot en met 24
- producties 25 tot en met 28 van [eiser 1] c.s.
- de conclusie van antwoord van [gedaagde 1] c.s.
- de mondelinge behandeling gehouden op 23 september 2020
- de pleitnota van [eiser 1] c.s.
- de ter zitting door [gedaagde 1] c.s. overgelegde ongenummerde productie
- het proces-verbaal van de zitting van 23 september 2020
- de pro forma aanhouding van de zaak ten behoeve van de verwijzing naar mediation tot 26 november 2020, en de verlenging daarvan
- de tijdens het mediationtraject door partijen gevoerde correspondentie met het bureau voorzieningenrechter
- het bericht van 31 maart 2021 van [eiser 1] c.s. waaruit blijkt dat de mediation niet is geslaagd. [eiser 1] c.s. vraagt vonnis te wijzen.
2..De feiten
3. Het geschil
4..De beoordeling
Inleiding
,door [gedaagde 2] de als producties 6 en 7 bij de dagvaarding overgelegde e-mails zijn verzonden. Ter zitting is van de zijde van [gedaagde 1] c.s. bevestigd dat de betreffende e-mails zijn verzonden aan de onder randnummer 46 van de dagvaarding genoemde en aan [eiser 1] c.s. gelieerde vrienden, familie en zakelijke contacten, waaronder de receptie en de ondernemingsraad van [naam familiebedrijf] . In de e-mails worden, naast de bespreking van het conflict dat partijen verdeeld houdt en ten aanzien waarvan de juistheid en volledigheid van de visie van [gedaagde 1] c.s. niet zonder meer aannemelijk is, niet alleen de namen van allen behorende tot [eiser 1] c.s. genoemd, maar ook die van [persoon C] (de echtgenote van [eiser 3] ) en [persoon D] (de echtgenote van [eiser 4] ). In productie 6 heeft [gedaagde 2] een uitnodiging opgenomen om over het conflict inlichtingen in te winnen bij [persoon C] , onder vermelding van haar 06-nummer.