Op 14 april 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 12 april 2021 een verzoek ingediend om de op 9 april 2021 opgelegde crisismaatregel te verlengen. Dit verzoek werd gedaan naar aanleiding van de gezondheidstoestand van de betrokkene, die een hoge bloeddruk en hoge bloedsuikerspiegel had en de medicatie hiervoor weigerde. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 april 2021, die via een beeld- en geluidverbinding plaatsvond, werd de betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat, mr. K. Lammers-Roselaar, en een psychiater van Antes. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting op het verzoek nodig achtte.
De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, omdat er volgens hem geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel was. De psychiater verklaarde dat er op dat moment geen levensbedreigende situatie was en dat de betrokkene inmiddels weer zijn medicatie innam. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van de noodzakelijke voorwaarden voor verplichte zorg en wees het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter D.Y.A. van Meersbergen en op 15 april 2021 schriftelijk uitgewerkt.