ECLI:NL:RBROT:2021:4263

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 april 2021
Publicatiedatum
17 mei 2021
Zaaknummer
C/10/616549 / FA RK 21-2823
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 14 april 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 12 april 2021 een verzoek ingediend om de op 9 april 2021 opgelegde crisismaatregel te verlengen. Dit verzoek werd gedaan naar aanleiding van de gezondheidstoestand van de betrokkene, die een hoge bloeddruk en hoge bloedsuikerspiegel had en de medicatie hiervoor weigerde. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 april 2021, die via een beeld- en geluidverbinding plaatsvond, werd de betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat, mr. K. Lammers-Roselaar, en een psychiater van Antes. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting op het verzoek nodig achtte.

De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, omdat er volgens hem geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel was. De psychiater verklaarde dat er op dat moment geen levensbedreigende situatie was en dat de betrokkene inmiddels weer zijn medicatie innam. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van de noodzakelijke voorwaarden voor verplichte zorg en wees het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter D.Y.A. van Meersbergen en op 15 april 2021 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/616549 / FA RK 21-2823
Referentienummer: [referentienummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 14 april 2021 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Poortmolen te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. K. Lammers-Roselaar te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 12 april 2021, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 9 april 2021 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 9 april 2021;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 9 april 2021;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 april 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam psychiater 2] , psychiater verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

De advocaat van betrokkene bepleit afwijzing van het verzoek vanwege het ontbreken van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Er is een crisismaatregel afgegeven omdat betrokkene een hoge bloeddruk en hoge bloedsuikerspiegel had en de medicatie hiervoor weigerde. De psychiater geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat er (nog) geen sprake was van een levensbedreigende situatie. Betrokkene neemt de medicatie sinds het afgeven van de crisismaatregel weer in. Ook heeft hij verklaard deze medicatie te zullen blijven innemen. Er is gelet hierop geen sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De rechtbank zal de machtiging afwijzen omdat er niet is voldaan aan de voorwaarden voor verplichte zorg.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 14 april 2021 mondeling gegeven door mr. D.Y.A. van Meersbergen, rechter, in tegenwoordigheid van M. Streefland, griffier en op 15 april 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.