Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 200 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en oplegging van de bijzondere voorwaarden als geadviseerd in het -nader in dit vonnis te bespreken- rapport van Reclassering Nederland d.d. 16 april 2021;
- dadelijke uitvoerbaarheid van voornoemde voorwaarden en het toezicht daarop door de reclassering;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/147939-19.
4..Waardering van het bewijs
In de zaak met parketnummer 10/099459-20 feit 2
10/099459-20 onder 1, 2 subsidiair en 3, onder parketnummer 15/161237-20, parketnummer 15/164881-20 onder 1, 2 en 3 en onder parketnummer 10/166245-20ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
Psychische overmacht
7..Motivering straf
8..Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen
9..Vordering tenuitvoerlegging
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 200 (tweehonderd) dagen;
180 (honderdtachtig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 400,00 (zegge: vierhonderd euro),te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 1] te betalen
€ 400,00(hoofdsom,
zegge: vierhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 februari 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 400,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
8 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 750,00 (zegge: zevenhonderdvijftig euro),te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 25 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 2] te betalen
€ 750,00(hoofdsom,
zegge: zevenhonderdvijftig euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 maart 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 750,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
15 dagen;de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
2 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 589,66(zegge:
vijfhonderdnegenentachtig euro en zesenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 4] te betalen
€ 589,66(hoofdsom,
zegge: vijfhonderdnegenentachtig euro en zesenzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 589,66 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
11 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 652,37 (zegge: zeshonderdtweeënvijftig euro en zevenendertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 22 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 5] te betalen
€ 652,37(hoofdsom,
zegge: zeshonderdtweeënvijftig euro en zevenendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 652,37 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
13 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 3.038,47 (zegge: drieduizend achtendertig euro en zevenenveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 25 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 8] te betalen
€ 3.038,47(hoofdsom,
zegge: drieduizend achtendertig euro en zevenenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 3.038,47 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
40 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 6 september 2019 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke taakstraf voor de tijd van 100 uren.