Bij e-mail van 23 april 2019 heeft de schademanager van NN een aangepaste concept-vraagstelling aan mr. Van de Watering toegezonden. De door de arbeidsdeskundige te beantwoorden vragen zijn daarin gewijzigd en luiden als volgt:
“• Wat is de sociale situatie, de vooropleiding en het arbeidsverleden?
• Kunt u aan de hand van de agenda van betrokkene beschrijven hoe de werkweek er ten tijde van het ongeval uitzag? Welke taken voerde hij uit en over welke dagen werden deze verdeeld?
• Wat zijn de re-integratie mogelijkheden binnen het eigen bedrijf?
• Waar gaat de beroepsgerichte belangstelling van betrokkene naar uit?
• Tijdens het gezamenlijk bezoek (zie hiervoor het bijgevoegde verslag) heeft betrokkene gesteld dat hij diverse activiteiten heeft ondernomen om zijn inkomsten uit eigen onderneming te vergroten. Kunt u deze activiteiten beschrijven? Welke kosten zij hiermee gepaard gegaan? Acht u het aannemelijk dat deze activiteiten voor een toename van werk hadden gezorgd? Is er sprake van toename van het klantenbestand vanaf januari 2019?
• Kunt u aangeven hoe de werkweek van betrokkene er vermoedelijk had uitgezien in de situatie zonder ongeval? Kunt u dit in een schema over de periode januari 2019 tot en met juni 2019 verwerken?
• Indien er geen re-integratiemogelijkheden van de betrokkene op passend werk bij een werkgever of binnen een ander nieuwe zelfstandig beroep?
• Welke interventies acht u wenselijk?
• Welke inschatting maakt u van de kosten van dit re-integratietraject?
(…)
Het re-integratietraject heeft een duur van maximaal een jaar (…) Na afsluiting van uw oriënterend onderzoek verzoeken wij u uw rapport gelijktijdig aan zowel de belangenbehartiger als aan ons te zenden. (…)
Uw rapport zal dienen voor de bepaling van het verdere beleid in deze zaak.
(…)"