In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 12 januari 2021, wordt een verzoek tot schadevergoeding behandeld op basis van artikel 10:12 lid 3 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Verzoeker, die lange tijd in onzekerheid heeft verkeerd over een mogelijke gedwongen opname, heeft een verzoek ingediend voor schadevergoeding omdat de termijn van artikel 5:16 Wvggz is overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn met 182 dagen is overschreden, wat heeft geleid tot stress en onzekerheid voor verzoeker. De rechtbank oordeelt dat deze overschrijding een inbreuk heeft gemaakt op de autonomie van verzoeker, die onder druk van de aankomende machtiging depotmedicatie heeft moeten nemen. De rechtbank kent een schadevergoeding toe van €1.500,- aan verzoeker, als billijke compensatie voor de ervaren stress en onzekerheid. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier H.J. de Wit.