In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 mei 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Akzo Nobel Decorative Coatings B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werknemer was sinds 2011 in dienst bij Akzo en had te maken met een verstoorde arbeidsrelatie, die volgens Akzo al sinds 2014 bestond. Ondanks diverse inspanningen van Akzo, waaronder coaching en mediation, bleef de werknemer zich gediscrimineerd en gepest voelen, wat leidde tot een ziekmelding en een re-integratietraject. Akzo verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden op basis van een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) en disfunctioneren (d-grond). De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsverhouding onherstelbaar verstoord was en dat herplaatsing niet mogelijk was. De kantonrechter wees het verzoek tot ontbinding toe, met als ontbindingsdatum 8 juni 2021. De werknemer had ook aanspraak gemaakt op een transitievergoeding, die werd vastgesteld op € 10.795,31 bruto, maar het verzoek om een billijke vergoeding werd afgewezen. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.