Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[persoon A] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 3 december 2020, met producties 1 tot en met 11;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met producties 1 en 2;
- de incidentele conclusie van antwoord.
2..De vordering in de hoofdzaak
3..Het geschil in het incident
4..De beoordeling in het incident
Alle geschillen (daaronder begrepen die geschillen die door slechts één der partijen als zodanig worden beschouwd), welke ontstaan naar aanleiding van de koop-/ aannemingsovereenkomst met toepasselijkheid van de Garantie- en waarborgregeling van SWK of daaruit voortvloeiende overeenkomsten, die betrekking hebben op de koop-/aannemingsovereenkomst, worden beslecht door arbitrage conform het Geschillenreglement van de Geschillencommissie Garantiewoningen (GCG) zoals dat luidt ten dage van de aanhangigmaking van het geschil.
De verkrijger heeft steeds het recht een procedure aanhangig te maken bij de GCG dan wel de gewone rechter. Indien de ondernemer een procedure aanhangig wil maken moet hij eerst de verkrijger bij aangetekend verzonden brief een termijn van ten minste één maand stellen voor diens schriftelijk bericht of hij wil dat het geschil wordt beslecht door de GCG dan wel de gewone rechter. De ondernemer is gebonden aan de door de verkrijger gemaakte keuze. Maakt de verkrijger geen tijdige keuze dan heeft ook de ondernemer de vrijheid te kiezen voor of de GCG of de gewone rechter. Verkrijger en ondernemer hebben beiden het recht, niettegenstaande de arbitrageovereenkomst en de daarin begrepen mogelijkheid van een arbitraal kort geding, een voorlopige voorziening te vragen aan de gewone rechter.
bereikt. Dit geldt te meer nu de brief is gedateerd op 4 oktober 2020; één dag voor het verstrijken van de termijn. NBU heeft bovendien in de brief van 7 oktober 2020, waarnaar in onderdeel 12 van de dagvaarding wordt verwezen, al gesteld geen reactie te hebben ontvangen.
5..De beslissing
9 juni 2021voor conclusie van antwoord.