3.2.Fabrieksvaartuig: vaartuig aan boord waarvan visserijproducten één of meer van de volgende behandelingen ondergaan en nadien van een onmiddellijke verpakking worden voorzien en indien nodig worden gekoeld of ingevroren: fileren, in moten verdelen, stropen, schalen en schelpen verwijderen, hakken, verwerken.
(…)
Verordening (EU) 2017/625
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
1. Bij deze verordening worden voorschriften vastgesteld voor:
a. a) de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten;
(…)
2. Deze verordening is van toepassing op officiële controles op naleving van de op Unieniveau of door de lidstaten ter uitvoering van Uniewetgeving vastgestelde regels op de volgende gebieden:
a. a) levensmiddelen en voedselveiligheid, integriteit en heilzaamheid in elk stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen, (…);
(…)
Artikel 137
Algemene handhavingsverplichtingen van de bevoegde autoriteiten
1. Bij hun optreden overeenkomstig dit hoofdstuk verlenen de bevoegde autoriteiten voorrang aan acties die moeten worden ondernomen om risico’s voor de gezondheid van mensen, (…) weg te nemen of in te perken.
2. Wanneer niet-naleving wordt vermoed, doen de bevoegde autoriteiten onderzoek om dat vermoeden te bevestigen of weg te nemen.
3. Indien nodig omvatten de overeenkomstig lid 2 ondernomen acties:
(…);
b) de officiële inbewaringneming van niet-toegestane (…) producten, indien passend.
Artikel 138
Acties in geval van vastgestelde niet-naleving
1. Wanneer niet-naleving is vastgesteld, nemen de bevoegde autoriteiten:
a. a) elke actie die noodzakelijk is om de oorsprong en de omvang van de niet-naleving te bepalen en de verantwoordelijkheid van de exploitant vast te stellen, en
b) passende maatregelen om te waarborgen dat de betrokken exploitant de niet-naleving verhelpt en vermijdt dat dergelijke niet-naleving zich opnieuw voordoet.
In hun besluit over de te nemen maatregelen houden de bevoegde autoriteiten rekening met de aard van de niet-naleving en met de antecedenten van de exploitant op het gebied van naleving.
2. Bij het optreden van de bevoegde autoriteiten overeenkomstig lid 1 van dit artikel nemen zij alle maatregelen die zij passend achten om naleving van de in artikel 1, lid 2, bedoelde voorschriften te waarborgen, onder meer maar niet beperkt tot het volgende:
(…)
g) het gelasten van het terugroepen, uit de handel nemen, verwijderen en vernietigen van goederen en, indien passend, het toestaan dat goederen voor andere doeleinden worden gebruikt dan waarvoor zij oorspronkelijk waren bestemd;
(…)
3. De bevoegde autoriteiten verschaffen de betrokken exploitant of zijn vertegenwoordiger:
a. a) een schriftelijke kennisgeving van hun besluit met betrekking tot de overeenkomstig de leden 1 en 2 te nemen actie of maatregel en de redenen voor dat besluit, en
b) informatie over de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen dat besluit en de ter zake geldende procedures en termijnen voor het instellen van dat beroep.
4. Alle uit hoofde van dit artikel gemaakte kosten worden door de verantwoordelijke exploitanten gedragen.
(…)
1. De lidstaten stellen regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en nemen alle noodzakelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat die sancties worden toegepast. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten delen die bepalingen uiterlijk op 14 december 2019 aan de Commissie mede en stellen haar onverwijld in kennis van eventuele latere wijzigingen.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat de financiële sancties die van toepassing zijn op schendingen van deze verordening en van de in artikel 1, lid 2, bedoelde regels, begaan door middel van frauduleuze of bedrieglijke praktijken, in overeenstemming met het nationale recht ten minste, ofwel het economisch gewin voor de exploitant weerspiegelen, ofwel, waar passend, een percentage van zijn omzet.
1. Onze Minister kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 1a, 4 tot en met 7, 8 tot en met 11, 13 tot en met 20, 21b, 24, 26, 27, eerste lid, laatste volzin, en tweede lid, 31, 32c of 32k.
2. De hoogte van de bestuurlijke boete wordt bepaald op de wijze als voorzien in de bijlage, met dien verstande dat de wegens een afzonderlijke overtreding te betalen geldsom ten hoogste het bedrag van de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht bedraagt.
(…)
Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen
2. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 3, 4, eerste tot en met vierde lid, 5, 6, eerste, derde, en vierde lid, 7, eerste lid, en 8, eerste lid, van verordening (EG) 853/2004.
(…)
Warenwetbesluit bestuurlijke boeten
Artikel 2 in verbinding met de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten voorziet in de mogelijkheid een bestuurlijke boete op te leggen bij overtreding van artikel 2, tweede lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen (code C-27.4).