Op 10 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De betrokkene is sinds lange tijd bekend met schizofrenie en heeft in het verleden meerdere gedwongen opnames ondergaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene momenteel onder toezicht van de thuiszorg haar medicatie neemt, maar dat er nog steeds sprake is van een matige zelfzorg en paranoïde wanen. Daarnaast is de woning van de betrokkene in een staat die een verhoogd risico op brandgevaar met zich meebrengt, wat een ingrijpende renovatie noodzakelijk maakt. De betrokkene heeft geweigerd om tijdelijk in een wisselwoning te verblijven, wat de situatie verder compliceert.
De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van haar psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. Om dit ernstig nadeel af te wenden, is verplichte zorg noodzakelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, en dat de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. De rechtbank heeft daarom besloten om een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor aanvullende vormen van verplichte zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter B.J.R. van Tongeren en schriftelijk uitgewerkt op 17 februari 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.