ECLI:NL:RBROT:2021:4127

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 februari 2021
Publicatiedatum
10 mei 2021
Zaaknummer
C/10/612393 / FA RK 21-765
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie

Op 10 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De betrokkene is sinds lange tijd bekend met schizofrenie en heeft in het verleden meerdere gedwongen opnames ondergaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene momenteel onder toezicht van de thuiszorg haar medicatie neemt, maar dat er nog steeds sprake is van een matige zelfzorg en paranoïde wanen. Daarnaast is de woning van de betrokkene in een staat die een verhoogd risico op brandgevaar met zich meebrengt, wat een ingrijpende renovatie noodzakelijk maakt. De betrokkene heeft geweigerd om tijdelijk in een wisselwoning te verblijven, wat de situatie verder compliceert.

De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van haar psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. Om dit ernstig nadeel af te wenden, is verplichte zorg noodzakelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, en dat de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. De rechtbank heeft daarom besloten om een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor aanvullende vormen van verplichte zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter B.J.R. van Tongeren en schriftelijk uitgewerkt op 17 februari 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/612393 / FA RK 21-765
Externe referentie: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 10 februari 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene], [geboorteplaats betrokkene],
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene],
advocaat mr. I. Saey te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 29 januari 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1], psychiater, van 28 januari 2021;
  • de zorgkaart van 2 december 2020;
  • het zorgplan van 1 december 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op10 februari 2021. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], verpleegkundige, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
Betrokkene is sinds decennia bekend met schizofrenie waarvoor zij in het verleden ook meerdere malen (gedwongen) opgenomen is geweest. Zo is betrokkene in 2018 langdurig met een rechterlijke machtiging opgenomen geweest, vanwege recidiverende psychoses na het staken van de medicatie. Op dit moment neemt betrokkene haar medicatie onder toezicht van de thuiszorg in omdat de zorgmachtiging dit oplegt. De algemene zelfzorg van betrokkene is nog steeds matig en er is ook nog sprake van paranoïde wanen. Daarnaast is na onderzoek gebleken dat de woning van betrokkene een verhoogd risico op brandgevaar heeft en een ingrijpende renovatie noodzakelijk is. Betrokkene wil niet meewerken aan het tijdelijk betrekken van een wisselwoning. Gedurende de renovatie bestaat de mogelijkheid om in plaats van het betrekken van een wisselwoning, betrokkene tijdelijk op te nemen binnen de Antes Kliniek Ouderen.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel alsmede ernstige verwaarlozing.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de verpleegkundige dat betrokkene op dit moment redelijk stabiel is. Echter zonder de zorgmachtiging bestaat het risico dat betrokkene weer geen medicatie inneemt waardoor zij weer decompenseert. Voor wat betreft de renovatie is het wenselijk om betrokkene tijdelijk op te nemen in de kliniek omdat zij geen wisselwoning wenst te betrekken.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden voor de duur van zes maanden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht, het toedienen van voeding, het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden. Ook de door de officier verzochte vormen van verplichte zorg om het opnemen in een accommodatie en het beperken van de bewegingsvrijheid op te nemen, worden door de rechtbank niet toegewezen omdat deze niet bedoeld zijn als tijdelijke verblijfplaats van betrokkene gedurende de renovatie. De rechtbank overweegt daarbij dat het aan de verhuurder is om een tijdelijke woning aan betrokkene aan te bieden, gelet op de renovatie.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 10 augustus 2021;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 10 februari 2021 mondeling gegeven door mr. B.J.R. van Tongeren, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 17 februari 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.