Op 10 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Het verzoekschrift, dat op 8 februari 2021 ter griffie is ingekomen, betreft de voortzetting van een eerder opgelegde crisismaatregel van 6 februari 2021. Bij het verzoekschrift zijn diverse bijlagen gevoegd, waaronder een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel en een medische verklaring van een psychiater.
Tijdens de mondelinge behandeling op 10 februari 2021, die via een beeld- en geluidverbinding plaatsvond, zijn de betrokkene en zijn advocaat gehoord, evenals een arts van GGZ Delfland. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting op het verzoek nodig achtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die bekend is met een antisociale persoonlijkheidsstoornis en middelengebruik, aanvankelijk psychotisch en geagiteerd gedrag vertoonde, maar dat hij inmiddels rustiger is geworden en bereid is om medicatie te nemen.
De rechtbank concludeert dat er op dit moment onvoldoende grond is om verplichte zorg toe te wijzen, aangezien de betrokkene op vrijwillige basis binnen de kliniek wil verblijven. Daarom wijst de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is mondeling gegeven door rechter B.J.R. van Tongeren en schriftelijk uitgewerkt op 17 februari 2021.