ECLI:NL:RBROT:2021:4054

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 februari 2021
Publicatiedatum
6 mei 2021
Zaaknummer
C/10/613070 / FA RK 21-1102
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op basis van de Wet zorg en dwang voor psychogeriatrische cliënten

Op 24 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten uitgebreide neurocognitieve stoornissen op basis van het syndroom van Korsakov. Het verzoek tot machtiging is ingediend door het CIZ op 10 februari 2021, vergezeld van relevante documenten zoals een indicatiebesluit en medische verklaring. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de cliënt, zijn advocaat, en zorgprofessionals gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de cliënt, als gevolg van zijn aandoening, leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel en verwaarlozing. De cliënt heeft 24-uurs toezicht en begeleiding nodig, maar verzet zich tegen opname. De rechtbank concludeert dat opname noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn. De machtiging tot opname en verblijf is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 24 augustus 2021.

Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter W.J. van den Bergh en schriftelijk uitgewerkt door griffier M.M.P.H. van den Boomen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/613070 / FA RK 21-1102
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 24 februari 2021 betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënt],
geboren op [geboortedatum cliënt] te [geboorteplaats cliënt],
hierna: cliënt,
wonende en thans verblijvende te [woonplaats cliënt],
advocaat mr. P.M. Iwema te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen op 10 februari 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 21 oktober 2020;
  • de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door [naam 1], specialist ouderengeneeskunde, van 4 februari 2021;
  • de aanvraag voor een rechterlijke machtiging van 10 februari 2021;
  • een afschrift van het zorgplan van 4 februari 2021.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 februari 2021. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via geluidverbinding gehoord:
  • cliënt met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], casemanager, en
  • [naam 3], wijkverpleegkundige, beiden verbonden aan Aafje.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten uitgebreide neurocognitieve stoornissen op basis van het syndroom van Korsakov.
2.2.
Het gedrag van cliënt leidt als gevolg van deze psychogeriatrische aandoening tot ernstig nadeel. Het ernstig nadeel is gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en bedreiging van de veiligheid van cliënt al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt. Er is sprake van geheugenstoornissen, cofabulaties, herhalen van gespreksonderwerpen en een gestoord oordeels- en kritiekvermogen. Verder is er sprake van somatische problemen. Zonder aansturing zal cliënt zichzelf niet wassen. De boodschappen van cliënt worden op het kantoor van de thuiszorg bewaard, aangezien cliënt anders het eten voor de hele week in één dag op eet. De medicatie wordt in een kluis bewaard, omdat cliënt anders eveneens de medicatie in één keer op zal eten. Ondanks het vele toezicht maakt cliënt de medicatiekluis uit nieuwsgierigheid open, waardoor hij wederom alle medicatie tot zich neemt. Cliënt heeft 24-uurs toezicht en begeleiding nodig. Daarbij voelt cliënt zich somber als hij alleen is.
2.3.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.4.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.5.
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. Cliënt heeft geen ziektebesef of ziekte-inzicht. Cliënt heeft aangegeven niet open te staan voor een opname in een accommodatie. De verwachting is dat cliënt snel aan de nieuwe situatie zal wennen.
2.6.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van [naam cliënt] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 24 augustus 2021.
Deze beschikking is op 24 februari 2021 mondeling gegeven door mr. W.J. van den Bergh, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.P.H. van den Boomen, griffier, en op 26 februari 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.