Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..Het geschil
3..De beoordeling
4..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 7 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde. Zilveren Kruis vorderde betaling van een bedrag van € 367,98, te vermeerderen met wettelijke rente, van de gedaagde, die volgens Zilveren Kruis zijn zorgpremie en eigen risico niet had betaald. De gedaagde heeft de vordering betwist en stelde dat Zilveren Kruis niet-ontvankelijk was in haar vordering omdat de gemachtigde, GGN Mastering Credit B.V., geen bewijs van machtiging had overgelegd. De kantonrechter oordeelde dat GGN, als deurwaarderskantoor, geacht wordt zich niet zonder deugdelijke volmacht te presenteren, en dat er daarom van uit gegaan kan worden dat GGN gemachtigd was om namens Zilveren Kruis op te treden.
Daarnaast betwistte de gedaagde dat hij een zorgverzekering had afgesloten bij Zilveren Kruis, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onvoldoende onderbouwing had gegeven voor zijn standpunt. De kantonrechter concludeerde dat er een overeenkomst bestond tussen partijen en dat de gedaagde zorg had genoten. De vordering van Zilveren Kruis werd toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, omdat Zilveren Kruis geen bewijs had geleverd dat de veertiendagenbrief de gedaagde had bereikt. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, omdat hij grotendeels in het ongelijk was gesteld.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 318,83, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 20 juli 2020, en de proceskosten vastgesteld op € 307,09. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.