Op 5 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren op een onbekende datum en woonachtig in een onbekende plaats, op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Dit verzoek volgde op een eerdere zorgmachtiging die op 6 augustus 2020 was verleend en die op 6 februari 2021 zou aflopen. De officier diende op 25 januari 2021 een verzoek in voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden. Tijdens de mondelinge behandeling, die ook op 5 februari 2021 plaatsvond, werd betrokkene gehoord via een beeld- en geluidverbinding, samen met haar advocaat, mr. N. Schuerman, en een psychiater van Antes, ouderen kliniek.
De rechtbank oordeelde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk schizofrenie, en dat haar gedrag als gevolg van deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstige psychische schade en maatschappelijke teloorgang. Ondanks dat de situatie van betrokkene de laatste weken verbeterde, bleven psychotische symptomen bestaan. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren, aangezien betrokkene onvoldoende bereid was om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Dit leidde tot de noodzaak van verplichte zorg.
De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de dag van de mondelinge beslissing. De maatregelen die getroffen kunnen worden omvatten het toedienen van medicatie, medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De rechtbank achtte deze maatregelen noodzakelijk om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter D.C.J. Peeck en is op 11 februari 2021 schriftelijk uitgewerkt.