ECLI:NL:RBROT:2021:4037

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 februari 2021
Publicatiedatum
6 mei 2021
Zaaknummer
C/10/612051 / FA RK 21-607
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 5 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren op een onbekende datum en woonachtig in een onbekende plaats, op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Dit verzoek volgde op een eerdere zorgmachtiging die op 6 augustus 2020 was verleend en die op 6 februari 2021 zou aflopen. De officier diende op 25 januari 2021 een verzoek in voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden. Tijdens de mondelinge behandeling, die ook op 5 februari 2021 plaatsvond, werd betrokkene gehoord via een beeld- en geluidverbinding, samen met haar advocaat, mr. N. Schuerman, en een psychiater van Antes, ouderen kliniek.

De rechtbank oordeelde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk schizofrenie, en dat haar gedrag als gevolg van deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstige psychische schade en maatschappelijke teloorgang. Ondanks dat de situatie van betrokkene de laatste weken verbeterde, bleven psychotische symptomen bestaan. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren, aangezien betrokkene onvoldoende bereid was om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Dit leidde tot de noodzaak van verplichte zorg.

De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de dag van de mondelinge beslissing. De maatregelen die getroffen kunnen worden omvatten het toedienen van medicatie, medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De rechtbank achtte deze maatregelen noodzakelijk om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter D.C.J. Peeck en is op 11 februari 2021 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/612051 / FA RK 21-607
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 5 februari 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene],
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene],
thans verblijvende bij Antes, ouderen kliniek [verblijfadres],
advocaat mr. N. Schuerman te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 25 januari 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1], psychiater, van 13 januari 2021;
  • een niet ingevulde zorgkaart;
  • het zorgplan van 12 januari 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens, strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 februari 2021. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene en haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], psychiater, verbonden aan Antes, ouderen kliniek.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van 6 augustus 2020 heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend tot 6 februari 2021. Op 25 januari 2021 heeft de officier een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. De situatie van betrokkene kan erg wisselend zijn. De laatste weken gaat het beter dan aan het begin van de opname. Het gillen van betrokkene is afgenomen maar niet geheel afwezig. Betrokkene blijft stemmen in haar hoofd horen. De depressie van betrokkene is behandeld, maar de psychotische symptomen blijven bestaan. Als verdere behandeling zonder resultaat blijft, zal er gezocht worden naar een begeleide woonomgeving. Er is nog een mogelijkheid dat een ECT-behandeling het toestandsbeeld van betrokkene kan verbeteren. Hier wordt nader onderzoek naar gedaan.
2.4.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat betrokkene haar autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Een vrijwillige behandeling is voor de huidige opname geprobeerd, echter is dit niet gelukt. Betrokkene wil niet opgenomen zijn. Tijdens de duur van de huidige zorgmachtiging is terugkerend sprake geweest van het weigeren van de medicatie. Er is een tekort aan ziektebesef en ziekte-inzicht. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van de dag van de mondelinge beslissing.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 5 februari 2022.
Deze beschikking is op 5 februari 2021 mondeling gegeven door mr. D.C.J. Peeck, rechter, in tegenwoordigheid van M.M.P.H. van den Boomen, griffier, en op 11 februari 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.