ECLI:NL:RBROT:2021:3999
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet met betrekking tot formele rechtskracht en kostenvergoeding in bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis. De eiser ontving in de periode van 6 februari 2019 tot en met 31 mei 2019 een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet (Pw). Na een signaal van de Belastingdienst over mogelijke inkomsten heeft de gemeente een onderzoek ingesteld en het recht op bijstandsuitkering herzien en teruggevorderd. De rechtbank had eerder een besluit van de gemeente vernietigd en de gemeente opgedragen een nieuw besluit te nemen. In het nieuwe besluit werd de terugvordering voor een deel gegrond verklaard, maar de eiser ging hiertegen in beroep.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente het bestreden besluit II onterecht had genomen door geen kostenvergoeding in bezwaar toe te kennen, terwijl het beroep van de eiser gegrond was verklaard. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit II voor zover het de kostenvergoeding betrof, en veroordeelde de gemeente tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten aan de eiser. De rechtbank benadrukte dat de uitspraak van 8 september 2020 kracht van gewijsde had gekregen, waardoor er geen ruimte was voor hernieuwde discussie over de terugvordering van de bijstandsuitkering over de periode van 1 april 2019 tot en met 31 mei 2019. De rechtbank stelde de proceskosten op € 534 en bepaalde dat de gemeente dit bedrag aan de eiser moest betalen.