In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Cricket & Footbalclub "Hermes-Door Vereniging Sterk" en de gedaagden, die de ouders zijn van een minderjarige zoon die lid was van de vereniging. De vereniging vorderde betaling van achterstallige contributie voor het seizoen 2017-2018, nadat de gedaagden hadden gesteld dat hun zoon tijdig was uitgeschreven als lid. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden niet voldoende bewijs hadden geleverd voor hun stelling dat het lidmaatschap tijdig was beëindigd. De rechtbank concludeerde dat de contributie van € 145,00 terecht in rekening was gebracht en dat de gedaagden ook verantwoordelijk waren voor de buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40 en de wettelijke rente. De gedaagden hadden na de dagvaarding een bedrag van € 294,20 betaald, maar dit was niet voldoende om de procedure te voorkomen. De kantonrechter veroordeelde de gedaagden tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief proceskosten, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.