ECLI:NL:RBROT:2021:3942

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 april 2021
Publicatiedatum
4 mei 2021
Zaaknummer
KTN-8638569_04052021
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitengerechtelijke vernietiging van koopovereenkomst wegens dwaling en non-conformiteit bij aankoop van een auto met gebreken

In deze zaak heeft eiseres op 23 april 2019 een Volkswagen Polo gekocht van gedaagde voor € 19.250,00. Na de aankoop ontdekte eiseres dat de auto ernstige gebreken vertoonde, die niet waren gemeld door gedaagde. Eiseres heeft de auto op 14 mei 2019 teruggebracht en heeft bij brief van 22 mei 2019 de koopovereenkomst buitengerechtelijk vernietigd op grond van dwaling en non-conformiteit. Gedaagde heeft de vordering van eiseres betwist en stelde dat eiseres op de hoogte was van de gebreken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiseres bij de aankoop is misleid door de mededeling dat de auto 'zo goed als nieuw' was. De rechter heeft vastgesteld dat de koopovereenkomst vernietigbaar is wegens dwaling, en dat gedaagde de koopprijs aan eiseres moet terugbetalen, verminderd met een bedrag voor waardevermindering door gebruik. Eiseres heeft ook schadevergoeding gevorderd voor rente, kosten van een rapport en verzekeringspremies, maar niet alle vorderingen zijn toegewezen. De rechter heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van € 19.000,00 aan eiseres, alsook tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8638569 CV EXPL 20-3298
uitspraak: 22 april 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
[eiseres] ,
wonende te [woonplaats eiseres] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. G.P. Geelkerken.
tegen:
[gedaagde], h.o.d.n. [naam bedrijf]
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
advocaat mr. S. Kranendonk.
Partijen worden hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de inleidende dagvaarding van 6 juli 2020, met producties;
de conclusie van antwoord met producties;
het tussenvonnis van 16 juli 2020 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
de brief van mr. Geelkerken van 30 september 2020, met producties;
het proces-verbaal van de op 8 oktober 2020 gehouden mondelinge behandeling;
de akte tevens houdende wijziging van eis van [eiseres] van 14 januari 2021;
de akte van [gedaagde] van 11 februari 2021.
De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2..De feiten

2.1
[eiseres] heeft op 23 april 2019 van [gedaagde] een personenauto gekocht van het merk Volkswagen, type Polo, met kenteken [kentekennummer] (hierna aan te duiden als de auto). De koopprijs van de auto bedroeg € 19.250,00.
2.2
[gedaagde] heeft de auto verkocht in opdracht van de heer [naam persoon] (hierna aan te duiden als [naam persoon] ).
2.3
De auto is op 3 mei 2019 aan [eiseres] afgeleverd.
2.4
Op 9 mei 2019 heeft [eiseres] de auto laten onderzoeken door Auto-Kennis, een bedrijf gespecialiseerd in autokeuringen. Auto-Kennis heeft van het onderzoek een rapport opgemaakt. In dit rapport staat onder meer vermeld:
“[…]
- Het voertuig heeft rechtsachter schade gehad waarbij een stuk scherm ingelast werd. Dit laswerk werd niet professioneel uitgevoerd. Op grote oppervlaktes in het scherm achter werd daarom te veel plamuur gebruikt ( >2,5 mm ) wat in de praktijk op termijn vaak gaat barsten, waarna dan roestvorming ontstaat.
- Door het onprofessionele herstelwerk past het achterlicht slecht, en ligt de behuizing aan tegen de lak van het achterscherm aan de zijkant. Dit zal op termijn uitslijten en tot roest leiden.
- De naad kit-werk die zichtbaar is als men de achterklep opent is amateuristisch aangebracht, zowel om te zien, als dat de bovenzijde naast de gasveer niet goed hecht en roest en vuil eronder zichtbaar zijn. De ondergrond is niet goed schoon, vet- en roestvrij geweest bij het aanbrengen.
- Op de achterklep zit een laag plamuur dikker dan 2,5 mm in de hoek rechtsonder en een knik aan de binnenzijde. De klep is daarmee amateuristisch klaargemaakt.
Gesteld kan worden dat het voertuig beduidend minder waard is door het nu duidelijk zichtbaar amateuristische herstel van de schade en dat de waardevermindering nog groter zal worden zodra er sprake is van roestvorming in de toekomst door slecht uitgevoerde afwerking.
[…]”
2.5
[eiseres] heeft de auto op 14 mei 2019 teruggebracht bij de garage van [gedaagde] .
2.6
Bij brief van 22 mei 2019 heeft de toenmalige gemachtigde van [eiseres] onder meer om terugbetaling van de koopsom verzocht.
2.7
[naam persoon] heeft namens [gedaagde] bij brief van 24 mei 2019 aangegeven dat [gedaagde] niet bereid is tot terugbetaling van de koopsom.
2.8
Ter zitting op 8 oktober 2020 heeft [naam persoon] verklaard dat de auto enkele maanden na 14 mei 2019 is verdwenen nadat hij de auto buiten het terrein van [gedaagde] in een parkeervak had geparkeerd.
2.9
Op 12 oktober 2020 heeft [eiseres] aangifte gedaan van diefstal van de auto.

3..Het geschil

3.1
[eiseres] vordert na wijziging van eis dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. Primair:
- voor recht zal verklaren dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is vernietigd op grond van dwaling, althans, voor zover de kantonrechter oordeelt dat van zodanige vernietiging nog geen sprake is, de koopovereenkomst zal vernietigen;
- voor recht zal verklaren dat sprake is van non-conformiteit;
- [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van € 23.932,14, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan de dag der algehele voldoening;
subsidiair [gedaagde] zal gebieden een vervangende vergelijkbare auto te leveren, meer subsidiair [gedaagde] zal veroordelen de schade op zijn kosten te herstellen;
II. [gedaagde] zal veroordelen binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de auto terug te nemen en over te schrijven, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [gedaagde] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
III. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling aan [eiseres] van € 967,50 ter zake buitengerechtelijke incassokosten.
IV. [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen het salaris van gemachtigde en de kosten van het uitbrengen van de dagvaarding.
3.2
[eiseres] legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. De auto is aan [eiseres] aangeboden als “zo goed als nieuw”. [eiseres] mocht verwachten dat de auto geen ernstige gebreken zou vertonen. Na de aankoop is gebleken dat de auto eerder schade had opgelopen die slecht was hersteld, waardoor de auto diverse gebreken vertoonde. [gedaagde] had [eiseres] hiervan op de hoogte moeten stellen maar heeft dat niet gedaan. [eiseres] zou de auto niet gekocht hebben als zij hiervan op de hoogte was geweest. Derhalve is sprake dwaling en non-conformiteit.
3.3
[gedaagde] betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan. [eiseres] wist dat sprake was van een oude schade die hersteld was. Op [eiseres] rustte een onderzoeksplicht. [eiseres] heeft zich laten bijstaan door een schade-expert die de schade moet hebben gezien. Van non-conformiteit is slechts sprake indien gebruik van de auto, als gevolg van een gebrek dat niet op eenvoudige wijze kan worden ontdekt en hersteld, gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren.
3.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1
[eiseres] doet een beroep op dwaling en vordert primair een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is vernietigd en subsidiair vernietiging van de koopovereenkomst. Daarnaast doet zij een beroep op non-conformiteit maar zij vordert noch ontbinding van de overeenkomst, noch een verklaring voor recht dat de overeenkomst is ontbonden. De kantonrechter begrijpt hieruit dat [eiseres] haar vordering tot terugbetaling van de koopprijs van de auto baseert op dwaling en niet tevens op non-conformiteit. Daarom zal eerst worden ingegaan op het beroep op dwaling. Op het beroep op non-conformiteit zal worden ingegaan indien dat voor de beoordeling van het geschil noodzakelijk blijkt.
Het beroep op dwaling
4.2
[eiseres] stelt ter onderbouwing van haar beroep op dwaling het volgende. Toen zij de auto aanschafte, had [eiseres] , mede gelet op de advertentie waar zij op af is gekomen, voor ogen dat het zou gaan om een bijna nieuwe auto en niet om een schadeauto. De koop zou door haar bij een juiste voorstelling van zaken omtrent de conditie van de auto niet zijn gesloten. Deze dwaling kan aan [gedaagde] worden toegerekend. De situatie zoals beschreven in artikel 6:228 lid 1 onder a doet zich dus voor. [gedaagde] had [eiseres] bovendien moeten waarschuwen voor het risico van eventueel aanwezige gebreken ten gevolge van een eerder ongeval met de auto. Aldus doet zich ook de situatie zoals vermeld in art. 6:228 lid 1 onder b BW voor.
4.3
[gedaagde] betwist dat sprake is van dwaling en voert daartoe het volgende aan. [eiseres] is twee keer naar de auto gaan kijken en ze is geadviseerd door een schade-expert. Die heeft vast wel gezien wat er aan de hand was. [eiseres] had kennis van de schade aan de auto.
4.4
Ingevolge art. 6:228 lid 1 aanhef en onder a BW is een overeenkomst vernietigbaar als deze tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet (of niet op dezelfde voorwaarden) zou zijn gesloten en de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten.
4.5
Uit het in 2.4 genoemde rapport van Auto-Kennis, waarvan de juistheid door [gedaagde] niet is betwist, blijkt dat de auto in het verleden schade heeft opgelopen die niet deugdelijk is hersteld.
4.6
[gedaagde] heeft de auto aangeboden door middel van een advertentie waarin onder meer is vermeld:
“[…] Kortom in nette staat verkerend Volkswagen Polo 8 1.0 TSI DSG R-line 95PK met nog maar 6.000 km op de teller! Auto is zo goed als nieuw! Fabrieksgarantie tot 3-2020! […]”
4.7
Gelet op deze advertentie, met name gelet op de mededeling “Auto is zo goed als nieuw!”, mocht [eiseres] er in beginsel vanuit gaan dat de auto geen schadeverleden zou hebben als door Auto-Kennis vastgesteld.
4.8
Dat [eiseres] wist van het schadeverleden van de auto, zoals [gedaagde] stelt, is door haar betwist en door [gedaagde] onvoldoende onderbouwd. Gelet op hetgeen [naam persoon] ter zitting heeft verklaard, te weten dat de schade niet zichtbaar was aan de buitenkant, gaat de kantonrechter ervan uit dat [eiseres] de schade niet heeft opgemerkt.
4.9
Dat een kennis van [eiseres] die schade-expert is de auto heeft bekeken, is voor de beoordeling niet van belang nu gesteld noch gebleken is dat deze kennis de schade heeft opgemerkt. Dat deze kennis de schade had kunnen en mogelijk had moeten opmerken, zoals [gedaagde] stelt, kan niet aan [eiseres] worden tegengeworpen. Gelet op de aanprijzing van de auto als “zo goed als nieuw” rustte op [eiseres] immers geen onderzoeksplicht met betrekking tot het schadeverleden van de auto.
4.1
Uit het voorgaande volgt dat [eiseres] bij het aangaan van de koopovereenkomst is uitgegaan van een onjuiste voorstelling van zaken die te wijten is aan de inlichtingen die [gedaagde] over de auto heeft verschaft. [gedaagde] heeft niet weersproken dat [eiseres] de auto bij een juiste voorstelling van zaken niet (of niet op dezelfde voorwaarden) zou hebben gesloten. Dat betekent dat de koopovereenkomst vernietigbaar is wegens dwaling.
Buitengerechtelijke vernietiging?
4.11
De kantonrechter begrijpt de stellingen van [eiseres] aldus dat de koopovereenkomst middels de brief van haar gemachtigde van 22 mei 2019 buitengerechtelijk is vernietigd wegens dwaling.
4.12
[gedaagde] stelt dat de brief van 22 mei 2019 niet uitblinkt in helderheid en dat door de vele wetsartikelen in de brief verre van duidelijk is wat [eiseres] bedoeld heeft.
4.13
Voor een geldige vernietigingsverklaring wegens dwaling is nodig dat het voor de ontvanger duidelijk is dat zijn wederpartij zich met een beroep op dwaling van zijn gebondenheid aan de overeenkomst wil bevrijden (vgl. Hijma, Nietigheid en vernietigbaarheid van rechtshandelingen, 1988, p. 138 – 142).
4.14
[eiseres] heeft de auto op 14 mei 2019 bij [gedaagde] ingeleverd. Zij stelt dat zij daarbij de beide sleutels van de auto heeft afgegeven, hetgeen door [gedaagde] bij akte van 11 februari 2021 is erkend. Dat een afspraak was gemaakt om de banden te wisselen, zoals [gedaagde] stelt, wordt door [eiseres] betwist en wordt tegengesproken door het feit dat [eiseres] de beide sleutels heeft ingeleverd. Vervolgens heeft de toenmalige gemachtigde van [eiseres] op 22 mei 2019 een brief gestuurd aan [gedaagde] waarin onder meer het volgende wordt verklaard:
“[…] Primair ontbindt cliënte de overeenkomst tussen partijen en sommeert de opdrachtgever zonder tegenbericht teruggave van het bedrag € 19.250 op basis van dwaling en een ernstige tekortkoming in de nakoming conform 6:74 BW te herstellen c.q. vervangen. Secundair het verzoek de geleden schade van opdrachtgever te vergoeden.
[…] Na de verkoop is de auto ter onderzoek gegaan bij Auto-kennis gevestigd te Apeldoorn. Hieruit is vastgesteld dat de auto schade heeft. Dit is voor de koop niet medegedeeld aan de koper. De verkoper is hier telefonisch en in persoon op de hoogte gebracht. Ook is de auto teruggebracht naar de verkoper.
[…] Standpunt van cliënten is dan ook dat zij misleid zijn conform art 6:228 lid 1sub b ten tijde van de koop. Indien de kopers de huidige kennis bezit die zij hiervoor had, dan was er nooit onder deze voorwaarden een overeenkomst tot stand gekomen. De verkopende partij behoorde te weten of het motorvoertuig tekortkomingen bevatte, en de kopende partij te informeren.[…]”
4.15
Uit deze brief in samenhang met het terugbrengen van de auto met de beide sleutels moet voor [gedaagde] duidelijk zijn geweest dat [eiseres] zich (door teruggave van de auto) van haar gebondenheid aan de koopovereenkomst wilde bevrijden. [eiseres] heeft daartoe een beroep gedaan op dwaling en non-conformiteit. Dat betekent dat de brief heeft te gelden als een vernietigingsverklaring alsmede een ontbindingsverklaring. De koopovereenkomst is daarmee vernietigd. Dat tevens sprake is van een ontbindingsverklaring doet daaraan niet af.
Gevolgen van de vernietiging
4.16
De vernietiging van de koopovereenkomst werkt terug tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht (art. 3:53 BW). Dat betekent dat [gedaagde] eigenaar van de auto is gebleven en dat de betaling van de koopprijs onverschuldigd is verricht. Op beide partijen rust een verplichting de gevolgen van de koopovereenkomst ongedaan te maken. [gedaagde] heeft daarom in beginsel recht op teruggave van de auto en [eiseres] heeft in beginsel recht op terugbetaling van de koopprijs van € 19.250,00.
4.17
Bij akte van 11 februari 2021 heeft [gedaagde] aangevoerd dat terugbetaling van de koopprijs door [gedaagde] tot een onredelijke uitkomst leidt. Hij heeft dit als volgt onderbouwd. Nu de auto spoorloos is verdwenen, kan [eiseres] de auto niet teruggeven aan [gedaagde] . Indien [gedaagde] wordt veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom en hij geen auto terugontvangt, dan wordt hij in zijn belangen geschaad en lijdt hij schade. Een en ander is in strijd met de redelijkheid.
4.18
De kantonrechter overweegt ten aanzien van dit verweer van [gedaagde] als volgt. Door de buitengerechtelijke vernietiging van de koopovereenkomst op 22 mei 2019 werd [eiseres] verplicht tot teruggave van de auto. [gedaagde] is daarvóór reeds door [eiseres] in het bezit van de auto met de beide sleutels gesteld. Dit betekent dat [eiseres] aan haar verplichting tot teruggave van de auto heeft voldaan. Dat de auto nadien is verdwenen, zoals [gedaagde] stelt, kan dus niet aan [eiseres] worden tegengeworpen.
4.19
Uit het voorgaande volgt [gedaagde] de koopprijs van de auto aan [eiseres] dient terug te betalen. Op die betalingsverplichting strekt in mindering een bedrag gelijk aan de waardevermindering van de auto als gevolg van het gebruik door [eiseres] .
4.2
[naam persoon] heeft ter zitting verklaard dat [eiseres] tussen de 1.000 en 2.000 kilometer met de auto heeft gereden. [naam persoon] heeft voorts verklaard dat er, toen [eiseres] de auto op 14 mei 2019 terugbracht, een kras op de voorbumper en een schaafje op de achterbumper zat en dat het R-line embleem er vanaf was. Volgens de verklaring van [naam persoon] zouden de herstelkosten niet meer dan € 350,00 bedragen.
4.21
[eiseres] heeft verklaard dat zij 900 kilometer met de auto heeft gereden. Zij betwist dat zij schade aan de auto heeft gemaakt.
4.22
Nu de auto verdwenen is en de gereden kilometers niet meer kunnen worden vastgesteld, zal de kantonrechter, gelet op hetgeen door [eiseres] en [naam persoon] dienaangaande is verklaard, uitgaan van 1.000 gereden kilometers. Over afschrijvingskosten per kilometer is door partijen niets gesteld. De kantonrechter schat deze op € 0,25 per kilometer, zodat de terugbetalingsverplichting van [gedaagde] met (1.000 x € 0,25 =) € 250,00 zal worden verminderd. Of sprake was van de beschadigingen zoals door [naam persoon] ter zitting beschreven, kan in het midden blijven. Dergelijke beschadigingen zijn naar het oordeel van de kantonrechter aan te merken als gebruikssporen waarvan de kosten worden gedekt door de afschrijvingskosten. Er is dus geen reden om voor deze beschadigingen, in aanvulling op de afschrijvingskosten, een bedrag in mindering te brengen op de terugbetalingsverplichting van [gedaagde] .
4.23
Uit het voorgaande volgt dat [gedaagde] ter voldoening aan zijn ongedaanmakingsverbintenis een bedrag van (€ 19.250,00 -/- € 250,00 =) € 19.000,00 aan [eiseres] dient te betalen.
Schadevergoeding
4.24
[eiseres] vordert bij wijze van schadevergoeding betaling van:
  • € 1.805,00 ter zake van betaalde en te betalen rente over het voor de aankoop van de auto geleende bedrag van € 14,000,00;
  • € 132,32 ter zake van de kosten van het rapport van Auto-Kennis;
  • € 1.607,82 ter zake van betaalde verzekeringspremie over de periode van 2 mei 2019 tot 8 oktober 2020; en
  • € 886,00 ter zake van betaalde wegenbelasting over de over de periode van 2 mei 2019 tot 11 oktober 2020.
4.25
[eiseres] onderbouwt haar vordering tot vergoeding van de rente in verband met de financiering van de auto als volgt. De rente die [eiseres] tot aan het einde van de looptijd van de lening moet betalen, bedraagt € 1.805,00. [eiseres] is dit bedrag ook verschuldigd indien zij de lening tussentijds aflost. Dit betekent dat haar schade € 1.805,00 bedraagt.
4.26
[gedaagde] betwist dat [eiseres] bij tussentijdse aflossing de rente over de oorspronkelijke looptijd van de lening moet betalen
4.27
[eiseres] heeft haar stelling dat zij bij vervroegde aflossing het volledige bedrag van € 1.805,00 aan rente moet betalen niet met feiten onderbouwd. De kantonrechter zal deze stelling daarom passeren. Voor vergoeding komt in aanmerking de rente die [eiseres] verschuldigd is geworden en zal worden tot het moment waarop zij door [gedaagde] in staat wordt gesteld de lening af te lossen. Daarbij moet worden uitgegaan van het door [eiseres] als productie 6 bij dagvaarding overgelegde amortisatieschema waarvan de juistheid niet door [gedaagde] wordt betwist. Uit dit schema blijkt dat [eiseres] tot aan de datum van dit vonnis € 1.052,93 aan rente verschuldigd is geworden. [gedaagde] dient derhalve dit bedrag aan [eiseres] te vergoeden, te vermeerderen met de rente die [eiseres] blijkens het amortisatieschema verschuldigd zal worden tussen de datum van dit vonnis en de datum waarop [gedaagde] het in 4.23 genoemde bedrag aan [eiseres] betaalt.
4.28
De kosten van het rapport van Auto-Kennis worden door [gedaagde] betwist. [gedaagde] betwist ook de noodzaak van het rapport. Daartoe voert zij het volgende aan. [gedaagde] is niet in de gelegenheid gesteld eerst zelf naar de gebreken te kijken. Bovendien had [eiseres] voorafgaand aan de koop een rapport kunnen laten opstellen, in welk geval de kosten voor haar rekening waren geweest.
4.29
Met betrekking tot de kosten van het rapport merkt de kantonrechter op dat deze uit het rapport zelf blijken. Op de eerste bladzijde van het rapport staat vermeld dat de kosten van het rapport € 132,83 bedragen. Nu gesteld noch gebleken is dat deze vermelding onjuist is, zal de kantonrechter van de juistheid hiervan uitgaan.
4.3
Ten aanzien van het verweer dat [gedaagde] niet in de gelegenheid is gesteld eerst zelf naar de gebreken te kijken, overweegt de kantonrechter als volgt. [eiseres] heeft [gedaagde] op 10 mei 2019 geconfronteerd met de bevindingen in het rapport. Dit heeft er niet toe geleid dat [gedaagde] zijn tekortkoming heeft erkend. Het vastleggen van de staat waarin de auto zich bevond was derhalve een gerechtvaardigde maatregel. Dat zij voorafgaand aan de koop een rapport had kunnen laten opstellen, kan aan [eiseres] niet worden tegengeworpen omdat, zoals in 4.9 overwogen, op [eiseres] geen onderzoeksplicht rustte. De door [eiseres] gevorderde kosten van het rapport (€ 132,32) dienen derhalve voor rekening van [gedaagde] te komen.
4.31
Ter zake van de wegenbelasting van de auto heeft [eiseres] ter zitting verklaard dat deze € 116,00 per drie maanden bedraagt. Zij heeft voorts ter zitting verklaard dat zij de betaling van de wegenbelasting en van de verzekering van de auto niet kan opschorten of beëindigen omdat de auto gefinancierd is. In haar akte van 14 januari 2021 stelt zij echter dat de wegenbelasting en de verzekering per 8 oktober 2020 zijn gestopt. Bij deze akte heeft zij tevens haar vordering voor wat betreft de wegenbelasting vermeerderd tot € 886,00 en voor wat betreft de verzekering vermeerderd tot € 1.607,82.
4.32
[gedaagde] heeft ter zitting betwist dat [eiseres] per drie maanden € 116,00 aan wegenbelasting betaalt en dat [eiseres] de wegenbelasting en de verzekering niet kan opschorten of beëindigen. Bij zijn akte van 11 februari 2020 heeft [gedaagde] voorts nog het volgende aangevoerd. Indien [eiseres] de intentie had de auto aan [gedaagde] terug te leveren, had zij binnen een redelijke termijn actie moeten ondernemen om de auto van haar naam te laten overschrijven en de verzekering en de wegenbelasting te laten beëindigen, althans te laten schorsen. Het valt [eiseres] zelf aan te rekenen dat zij deze kosten nog anderhalf jaar heeft laten doorlopen. Deze kosten dienen dan ook op grond van eigen schuld voor rekening van [eiseres] te blijven
4.33
Zoals in 4.16 overwogen, wordt [gedaagde] door de vernietiging van de koopovereenkomst geacht eigenaar van de auto te zijn gebleven. Er was voor [eiseres] dan ook geen reden om verzekeringspremies voor de auto te blijven betalen. Indien [eiseres] de betaling van de verzekeringspremies niet kon stopzetten op grond van afspraken met de financieringsmaatschappij, dient zulks voor rekening van [eiseres] te blijven. [eiseres] kan derhalve geen aanspraak maken op vergoeding van de door haar betaalde verzekeringspremies.
4.34
Ten aanzien van de wegenbelasting geldt het volgende. Nu [eiseres] de koopovereenkomst op 22 mei 2019 buitengerechtelijk heeft vernietigd, lag het op haar weg om contact met [gedaagde] op te nemen teneinde tot overschrijving van het kenteken te geraken (waardoor de verplichting tot het betalen van wegenbelasting zou zijn geëindigd). Dat heeft zij niet gedaan. Dat [eiseres] tot 8 oktober 2020 wegenbelasting voor de auto heeft betaald, is derhalve niet aan [gedaagde] te wijten. [eiseres] kan daarom geen aanspraak maken op vergoeding van de door haar betaalde wegenbelasting.
Slotsom
4.35
Gelet op het voorgaande zal de verklaring voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is vernietigd, worden toegewezen.
4.36
[gedaagde] zal worden veroordeeld om aan [eiseres] te betalen:
  • i) ter voldoening aan zijn ongedaanmakingsverbintenis een bedrag van € 19.000,00; en
  • ii) ter vergoeding van de door [eiseres] geleden schade, een bedrag van (€ 1.052,93 + € 132,32 =) € 1.185,25 te vermeerderen met een bedrag gelijk aan de rente die [eiseres] blijkens het als productie 6 bij dagvaarding overgelegde amortisatieschema verschuldigd zal worden tussen de datum van dit vonnis en de datum van betaling door [gedaagde] van het sub (i) genoemde bedrag van € 19.000,00.
4.37
De gevorderde verklaring voor recht dat sprake is van non-conformiteit zal worden afgewezen omdat gesteld noch gebleken is dat [eiseres] belang heeft bij een zodanige verklaring.
4.38
De vordering tot het terugnemen van de auto zal worden afgewezen omdat [eiseres] , gelet op hetgeen in 4.18 is overwogen, geen belang (meer) heeft bij die vordering.
4.39
De vordering tot het meewerken aan overschrijving van het kenteken van de auto zal worden toegewezen. Omdat denkbaar is dat overschrijving niet mogelijk is zolang de auto als gestolen geregistreerd staat, zal [gedaagde] worden veroordeeld om mee te werken aan overschrijving van het kenteken voor zover overschrijving mogelijk is, dit op de wijze als hierna vermeld. De gevorderde dwangsom zal worden afgewezen omdat gesteld noch gebleken is dat voor het opleggen van een dwangsom aanleiding bestaat.
4.4
De gevorderde wettelijke rente zal als niet weersproken worden toegewezen op de wijze als hierna vermeld.
4.41
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten ad € 967,50 zullen als onweersproken worden toegewezen.
4.42
De vordering het vonnis uitvoerbaar te verklaren op de minuut en op alle dagen en uren zal worden afgewezen. Het vonnis is op de grond van de wet uitvoerbaar op de grosse. Daarnaast heeft [eiseres] niet onderbouwd welk belang zij erbij heeft dat het vonnis uitvoerbaar op de minuut en op alle dagen en uren wordt verklaard.
4.43
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Daarbij wordt het salaris van de gemachtigde van [eiseres] vastgesteld op (3 punten x € 498,00 =) € 1.494,00. Nu [eiseres] procedeert op basis van een toevoeging blijven de verschotten beperkt tot het verschuldigde griffierecht.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
verklaart voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is vernietigd;
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen:
  • i) ter voldoening aan zijn ongedaanmakingsverbintenis een bedrag van € 19.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
  • ii) ter zake van schadevergoeding een bedrag van € 1.185,25, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
  • iii) ter zake van schadevergoeding een bedrag gelijk aan de rente die [eiseres] blijkens het als productie 6 bij dagvaarding overgelegde amortisatieschema verschuldigd zal worden tussen de datum van dit vonnis en de datum van betaling door [gedaagde] van het sub (i) genoemde bedrag van € 19.000,00, welk bedrag aan schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag dat [gedaagde] met de betaling daarvan in gebreke zal zijn tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] om, voor zover overschrijving van het kenteken van de auto mogelijk is, op eerste verzoek van [eiseres] mee te werken aan overschrijving van het kenteken van de auto op naam van [gedaagde] of een door [gedaagde] aangewezen derde;
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen ter zake van buitengerechtelijke incassokosten een bedrag van € 967,50;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op € 83,00 aan griffierecht en € 1.494,00 aan salaris voor de gemachtigde, van welke bedragen het totaal rechtstreeks aan die gemachtigde dient te worden voldaan;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A.M. Schellekens en uitgesproken door mr. G.A.F.M. Wouters ter openbare terechtzitting.
45449/24134