Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan acht maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandeling, een inspanningsverplichting tot het vinden van passende dagbesteding en het verkrijgen en behouden van een stabiel legaal inkomen en het meewerken aan schuldhulpverlening;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden;
- ten aanzien van feit 2 een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 12 maanden;
- gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de deels voorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf in de zaak met parketnummer 10/115561-19, te weten drie maanden.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
2..overtreding van artikel 5a, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Vordering tenuitvoerlegging
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) maanden;
ontzegt de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
gedeeltelijke tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 10 september 2019 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf, te weten een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden.