Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 (met uitzondering van MDMA en/of amfetamine), 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde een meldplicht met toezicht van de reclassering, en tot een geldboete van € 5.493,50.
4..Waardering van het bewijs
ïne
ïne en/of
ïne en MDMA telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
232 (tweehonderdtweeëndertig) urente verrichten taakstraf resteert;
116 (honderdzestien) dagen;
geldboete van € 4.500,00 (vierduizendvijfhonderd euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door
55 (vijfenvijftig) dagen hechtenis;
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 jaar;
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde: