Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
,
1..Onderzoek op de terechtzitting
26 maart 2018 en 7 januari 2021 (zulks op de voet van artikel 377, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering).
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 45 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4..Waardering van het bewijs
De verdachte wist niet waar het mes lag en had op het moment dat de politie het vond ook niet de beschikkingsmacht daarover, zodat hij moet worden vrijgesproken van het voorhanden hebben daarvan
vilmes,
haar:
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen;
45 dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;