ECLI:NL:RBROT:2021:3752

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 april 2021
Publicatiedatum
28 april 2021
Zaaknummer
C/10/615764 / FA RK 21-2452
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met schizofrenie en ernstige psychische stoornissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 april 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en andere ernstige psychische stoornissen. De officier van justitie in het arrondissement Rotterdam heeft op 26 maart 2021 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van diverse medische documenten, waaronder een verklaring van een psychiater en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag is de betrokkene, die momenteel verblijft in GGZ Delfland, gehoord, samen met haar advocaat en een verpleegkundig specialist.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van haar psychische aandoening, leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en verwaarlozing. De betrokkene vertoont wanen en heeft een gebrek aan ziektebesef, wat haar ongeschikt maakt voor vrijwillige zorg. De rechtbank concludeert dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke en fysieke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor een periode van 24 maanden, met ingang van de datum van de uitspraak.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Siemons en schriftelijk uitgewerkt op 23 april 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/615764 / FA RK 21-2452
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 13 april 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats berokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te Rotterdam,
thans verblijvende in GGZ Delfland, locatie Schietbaanstraat te Rotterdam,
advocaat mr. J.A. van Gemeren te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 26 maart 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 24 maart 2021;
  • de zorgkaart;
  • het zorgplan van 2 maart 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz; en
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 april 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam verpleegkundig specialist] , verpleegkundig specialist, verbonden aan GGZ Delfland.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van, of het aanzienlijk risico op, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang en bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de verpleegkundig specialist dat betrokkene chronisch psychotisch is.
Ook verklaart de verpleegkundig specialist dat betrokkene paranoïde en megalomane wanen heeft; zo denkt ze agent, arts en psycholoog te zijn. Daarnaast beweert betrokkene dat de behandelaren haar beïnvloeden door middel van voodoo, zij anderen moet verzorgen, anderen haar geld moeten geven, ze zichzelf moet laten prostitueren en dat er op de afdeling moorden plaatsvinden. Betrokkene is wantrouwig in contact met anderen. Er is sprake van denk-, oordeels- en kritiekstoornissen. Vanuit deze stoornissen wilde betrokkene haar paspoort en verblijfsvergunning niet verlengen en haar bewindsvoering beëindigen. Betrokkene lijdt aan diabetes mellitus, echter weigert zij adequate behandeling, medicatie en controles omdat ze meent zichzelf te hebben genezen. Hierdoor is er een verhoogd risico op ontregeling van de diabetes en andere complicaties. Betrokkene is wilsonbekwaam en een aanvraag voor mentorschap loopt. Ondanks het rookverbod in de instelling, rookt betrokkene op haar kamer waarbij er een reëel risico bestaat op brand. De verpleegkundig specialist verklaart dat betrokkene seks heeft met medepatiënten in ruil voor geld. Tijdens de opname heeft betrokkene veel begeleiding nodig en is zij niet in staat tot adequate zelfzorg waarbij zij ook haar omgeving vervuilt. Het toestandsbeeld van betrokkene is iets verbeterd vanwege de medicatie, echter is het niet voorzienbaar dat betrokkene binnen afzienbare tijd naar een begeleide woonvorm kan, aldus de verpleegkundig specialist.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van haar psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de verpleegkundig specialist dat betrokkene haar medicatie inneemt wanneer de behandelaren aanstalten maken om medicatie onder dwang te geven. Betrokkene heeft geen ziektebesef of ziekte-inzicht. Betrokkene ontkent ziek te zijn en weigert zorg. Ter zitting verklaart betrokkene weg te willen uit de instelling en dat zij niet begrijpt waarom er een zorgmachtiging voor haar is aangevraagd. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid, bij opname;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, inhoudend dat betrokkene behandelcontact toelaat en behandelafspraken nakomt;
  • het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek; en
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van 24 maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 13 april 2023;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 13 april 2021 mondeling gegeven door mr. A.C. Siemons, rechter, in tegenwoordigheid van G. de Man, griffier, en op 23 april 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.