ECLI:NL:RBROT:2021:3751

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 april 2021
Publicatiedatum
28 april 2021
Zaaknummer
C/10/615735 / FA RK 21-2432
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met alcoholverslaving en cognitieve problematiek

Op 13 april 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die lijdt aan een ernstige alcoholverslaving en daarmee samenhangende cognitieve problematiek. De officier van justitie had op 26 maart 2021 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van relevante medische en zorgdocumenten. Tijdens de mondelinge behandeling, die via beeld- en geluidverbinding plaatsvond, werd betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat, mr. S. Scheimann, en een verpleegkundige van Antes. De officier was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank concludeerde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die zijn denken, voelen en handelen ernstig beïnvloedt. Dit leidde tot een aanzienlijk risico op levensgevaar en ernstige verwaarlozing. Betrokkene was meerdere keren opgenomen in het ziekenhuis vanwege lichamelijke problemen gerelateerd aan zijn alcoholgebruik. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat betrokkene niet bereid was om vrijwillige zorg te accepteren en geen ziekte-inzicht had.

De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met de mogelijkheid tot verplichte zorg in crisissituaties. De beslissing werd mondeling gegeven door rechter A.C. Siemons en schriftelijk uitgewerkt op 23 april 2021. Tegen deze beschikking staat cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/615735 / FA RK 21-2432
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 13 april 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] , gemeente [gemeente betrokkene] ,
advocaat mr. S. Scheimann te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 26 maart 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 12 maart 2021;
  • de zorgkaart van 25 februari 2021;
  • het zorgplan van 25 februari 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz; en
  • de relevante strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 april 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat; en
  • [naam verpleegkundige] , verpleegkundige, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een stoornis in het gebruik van alcohol, wat heeft geleid tot zowel ernstige somatische als cognitieve problematiek. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de overlegde stukken en de mondelinge behandeling voorts naar voren is gebracht, er sprake is van een psychische stoornis, omdat de alcoholverslaving van een zodanige ernst is dat het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen van betrokkene daardoor zo ingrijpend wordt beïnvloed dat hem het veroorzaakte nadeel niet kan worden toegerekend. De stoornis beheerst de nadelige gevolgen van zijn beslissingen en handelingen van de betrokkene in overwegende mate.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
Betrokkene is meermaals opgenomen in het ziekenhuis vanwege de lichamelijke problematiek als gevolg van zijn alcoholverslaving, zo is hij in december 2020 opgenomen in het ziekenhuis vanwege vochtophoping als gevolg van overmatig alcoholgebruik. Na ontslag uit het ziekenhuis is betrokkene meteen weer begonnen met drinken. De internist heeft aangegeven dat betrokkene op korte termijn zal komen te overlijden wanneer hij niet zal stoppen met het gebruik van alcohol. Het cognitieve vermogen van betrokkene is achteruitgegaan en dit zal nog verder verergeren bij blijvend gebruik van alcohol. Betrokkene is bijna niet in staat om zelfstandig op te staan en is volledig afhankelijk van zijn ouders en de thuiszorg. Verder ligt betrokkene hele dagen in bed of op de bank waarbij hij niet deelneemt aan het maatschappelijke leven. Betrokkene is incontinent van ontlasting. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de verpleegkundige dat betrokkene in zijn eigen ontlasting lag welke zijn ouders hebben opgeruimd omdat hij zelf geen drang had om het op te ruimen. Momenteel is betrokkene gedurende twee weken abstinent van alcohol omdat hij geen financiële middelen tot zijn beschikking heeft om dit aan te kopen. Hierdoor gaat het iets beter met betrokkene, aldus de verpleegkundige.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene vindt dat hij geen alcoholproblematiek heeft en wil daarom niet meewerken aan een opname of een andere woonvoorziening. Tevens is betrokkene niet gemotiveerd om aan zijn alcoholproblematiek te werken. Betrokkene heeft geen ziektebesef of ziekte-inzicht. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
Ten aanzien van de verzochte verplichte zorg overweegt de rechtbank het volgende. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg opgenomen worden in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval moet worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
‘Reguliere verplichte zorg’
De rechtbank acht de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, inhoudend dat betrokkene behandelcontact toelaat en behandelafspraken nakomt.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat het kan voorkomen dat betrokkene terugvalt in het gebruik van alcohol. In dat geval bestaat het risico dat hij psychotisch decompenseert, wat resulteert in ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. In een crisissituatie, die dus bestaat wanneer betrokkene terugvalt in het gebruik van alcohol, mag gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid; en
  • het opnemen in een accommodatie.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 13 oktober 2021.
Deze beschikking is op 13 april 2021 mondeling gegeven door mr. A.C. Siemons, rechter, in tegenwoordigheid van G. de Man, griffier, en op 23 april 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.