Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..De vordering en het verweer in conventie
4..De vordering en het verweer in reconventie
5..De beoordeling in conventie en in reconventie
6..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, heeft Infomedics B.V. een vordering ingesteld tegen [persoon A] voor betaling van een bedrag van € 201,33, voortvloeiend uit een zorgovereenkomst. De vordering is gebaseerd op een cessie van een vordering van Hallux van Beek en de Kok B.V. op [persoon A] voor geleverde zorg. [persoon A] heeft de factuur van Infomedics betwist, stellende dat de geleverde zorg niet naar behoren was en dat zij hierdoor schade heeft geleden. De procedure begon met een dagvaarding op 17 november 2020, gevolgd door verschillende conclusies en een mondelinge behandeling op 15 maart 2021.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [persoon A] op consult is geweest bij Hallux en dat de kosten van deze consulten zijn gecedeerd aan Infomedics. Ondanks de klachten van [persoon A] over de steunzolen, oordeelde de kantonrechter dat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd dat Hallux een fout heeft gemaakt. De kantonrechter wees de vordering van Infomedics toe, inclusief wettelijke rente, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De vordering in reconventie van [persoon A] werd afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de podotherapeut een juridische fout had gemaakt.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat [persoon A] moet betalen aan Infomedics, en dat zij ook de proceskosten moet vergoeden. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M. Fiege op 23 april 2021.